Een leidinggevende in een moderne organisatie moet mensen kunnen verbinden en snel netwerken kunnen organiseren. In organisaties met ouderwetse en statische leiders waar ‘de baas nog gewoon de baas is’, is de kans op conflicten en problemen aanzienlijk groter. Dat stellen Ineke Strijp en Freek Peters in het proefschrift waarop ze deze week promoveerden aan Tilburg University. Ze ontwikkelden een model dat inzicht geeft in het type leiderschap dat past bij verschillende ontwikkelingsstadia van een organisatie.
De meeste organisaties functioneren heel anders dan twintig of veertig jaar geleden. Ook het denken over organisaties, hun positie in de omgeving en de gewenste rol van het leiderschap is veranderd: van het traditionele en het transformationele naar het contextuele paradigma, aldus de onderzoekers Strijp en Peters. Het fundament onder effectief leiderschap is volgens hen verschoven van het bezit van formele macht naar het vermogen tot verbinden en evenwicht.
Waar vroeger de bestuurder of directeur de baas was, en hij of zij een aantal jaren geleden nog charisma moest hebben en de organisatie verleiden om doelen te bereiken, moet de hedendaagse leider het vermogen bezitten om verschillende netwerken te organiseren voor het realiseren van strategische programma’s. De leider moet steeds meer balanceren, gebruik maken van het moment en bruggen bouwen. Kan hij of zij dat niet, dan kan de organisatie daaronder lijden.
Leiderschap in de zorg
Zo is de strategie en aansturing van zorgorganisaties de laatste jaren veranderd door de aanscherping van wet- en regelgeving en de bekostigingsproblematiek. Directies moeten over veel meer zaken gaan rapporteren, verantwoording afleggen in veelvoud, ondernemerschap tonen en keuzes maken. Bij organisaties waar het leiderschap niet meeveranderde, ontstonden soms langdurige en kostbare conflicten.
Strijp en Peters ontwikkelden een model waarmee zulke conflicten voorkomen zouden kunnen worden. Het model geeft inzicht geeft in de aard van de moderne contextuele dynamiek van organisaties en de stijl van leiderschap die daarbij past. Het gaat uit van het type ontwikkeling dat de organisatie moet doormaken om de strategische ambities te kunnen realiseren en het type leiderschap dat daarmee congruent is. De effectieve leiderschapsstijl beweegt zich dynamisch door de levenscyclus van een organisatie heen, waarbij er in de verschillende ontwikkelingsstadia steeds weer andere nadrukken moeten worden gelegd.
Toepassing van het model op vijf bestaande organisaties, waarvan drie in de zorg, laat zien dat de mate van congruentie tussen strategische ontwikkeling en stijl van leiderschap duidelijke gevolgen heeft voor de effectiviteit van de organisatie.
*
Proefschrift Ineke Strijp en Freek Peters: Leiderschap & strategische opgave. De contextuele benadering van leiderschapseffectiviteit.
Boekentips: