Ervaringen gebruiken om te leren.
Begin 2013 zit ik met vier collega’s bij mij op kantoor. In elkaar herkennen we expertise en passie voor ons vak ‘Verandermanagement’. We bespreken de toestand van de wereld en die van ons vak in het bijzonder. Zoveel ontwikkelingen, nieuwe inzichten, werkvormen en interventies, maar waar treffen de voorlopers in ons vak elkaar? Het digitale veranderkunde-instituut bestaat (nog) niet. Ook de veranderkundecongressen, vol ’talking heads’ die de zalen hun visie zenden, bevredigen niet echt (meer). Zelf treden we daar ook wel eens op, en we zijn er dus medeschuldig aan, maar echt nieuwe ervaringen levert het niet op. Wordt het niet tijd voor andersoortige ontmoetingen?! We kijken elkaar aan en zien schitterende ogen. Ja, en dan zou het thema natuurlijk het dilemma tussen rationele analyse en emotionele betekenisgeving moeten zijn. Een inspirerend idee is geboren!
We besluiten intuïtief daar aan de tafel dat we ‘een congres, anders dan alle congressen die wij ooit hebben meegemaakt’ willen organiseren. De co-creatiefilosofie indachtig besluiten we direct een oproep te doen in onze netwerken. Kom ‘pitchen’ en met ons het event mee helpen maken?! Niet voor niets kozen we als naam voor het congres ‘MaakHetMee’. Op co-creatiedagen tijdens de voorbereidingsperiode ontmoeten we elkaar, proberen we workshops uit, inventariseren we ideeën omtrent de rode draad en de diverse onderdelen van het programma, inrichting van de locatie, enzovoort. Enerverende bijeenkomsten, waar natuurlijk direct ook weer andere initiatieven, relaties en business ontstaat. Op zich al een verrijking van ieders relatie- en businessnetwerk.
Er komt veel bij kijken. Organisatorische beslommeringen die veel meer (doorloop)tijd vergen dan wij vermoedde. Maar op 19 en 20 september jl. was het dan zover: MaakHetMee 2014! Vanaf het moment dat de eerste deelnemers arriveren slaat de spanning om in plezier, energie en beleven we met elkaar een zinderend event. Wat maakte dit event nu zo anders?
Drie elementen verklaren voor mij veel. Eerst de gekozen locatie (De Dansmakers; dansstudio’s in Amsterdam-Noord). Het bleek een open en inspirerende omgeving, ook door de (flexibele) inrichting en aankleding van alle ruimtes. Opnieuw werd bewezen hoe belangrijk de omgeving is waarin wordt gewerkt.
Vanaf het moment van binnenkomst werden deelnemers met elkaar in contact en in gesprek gebracht. Niet verloren aan een koffietafel staan en wanhopig speuren naar bekenden, maar gelijk ‘ongewoon goede gesprekken’ met collega-deelnemers die toevallig op hetzelfde moment arriveren. Ook al bijzonder vanwege een andere vraagstelling: Hoe zit je er nu bij? Zit je in je hoofd, je hart of ergens ertussen? Met welk gevoel en waarom? Wat wil je in deze twee dagen wel en niet meemaken? Het gevolg: meer ‘open mind’ en ‘open hart’ in contact met anderen. Zo ontstaat het vertrouwen en het lef om later workshops te kiezen buiten de eigen comfortzone. Er echt voor te gaan.
Anders dan veel andere congressen of bijeenkomsten was niet de inhoud leidend. Alle workshops boden een belichaamde ervaring: boksen, improviseren, systemisch werken, gespreid leiderschap, the jump movement, tonen van kwetsbaarheid, koken en groen verzorgen met buurtbewoners uit een van de armste wijken in NL, enzovoort. Na iedere workshopronde gelegenheid voor reflectie. Wat ben je lichamelijk gewaar geworden? Wat waren de emoties die daarmee gepaard gingen? Hoe zou je dat conceptueel kunnen ‘framen’ en tot welke (rationele) inzichten leidt dat? Reflecties gebaseerd op directe belichaamde ervaring.
Volgens de grondleggers van ervaringsleren (James, Hahn, Dewey) kun je ervaringen gebruiken om te leren, door op basis van een te bereiken doel te handelen, dit handelen te overdenken en het resultaat van dit overdenken te gebruiken bij het handelen wat volgt. Zij schetsen enkele sleutelelementen die wij bewust en onbewust hebben gehanteerd bij het vormgeven van ons event. Zoals doelen stellen (individueel en groepsgericht), vertrouwen opbouwen, uitdaging en stress bieden (challenge by choice), probleem oplossen (helder begin en einde van opdracht waarin opdracht moet opgelost worden), plezier (leren gaat het best als het leuk is!), piekervaringen (geleerde ervaringen direct in de praktijk brengen) en complimenteren en belonen. Elementen die de deelnemers aan MaakHetMee direct zullen herkennen.
Op die manier werkten we van A naar B, op de manier van B en waren we trouw aan het motto ‘It is easier to act yourself in new ways of thinking, then think yourself in new ways of action’. Samen hebben we zo de start beleefd en een platform gecreëerd voor het ontwikkelen en beleven van de vernieuwingen in ons vak. Een vak waarin de ontwikkeling meer dan voorheen zal liggen in het integreren van lichamelijke ervaringen, gevoelens/emotie en rationele inzichten. Een volgorde in overeenstemming met de (evolutionaire) opbouw van ons brein. Deze gelaagdheid zelf te ervaren en te begeleiden is de ‘kunst van veranderen’ die van ons allen de nodige professionaliteit vraagt!
Deze column is gebaseerd op het recent verschenen boek van Marco de Witte en Jan Jonker, De kunst van veranderen. Bewegen naar de kern.