Beste Jaap,
Scherpe analyse maakte je over wat de dames en heren politici al debatterend doen. Ik mijmerde er wat over door en kreeg wat onthechte gedachten.
Want als het weer verkiezingstijd is, doen we altijd of dat hele proces van en rond de verkiezingen een logisch samenhangend geheel is, inclusief de voorspellingen die je erover kunt doen. We zeggen wel ‘peilingen zijn palingen’, maar toch proberen we alles wat er gebeurt te lezen alsof er een duidelijk verband is tussen programma’s, debatten en kiesgedrag. Terwijl dat natuurlijk de vraag is.
Theorie van Weick
Ik liet er Weicks theorie over losse en hechte koppelingen maar eens op los. Karl Weick (en hij niet alleen overigens) stelt dat sommige delen van een systeem hecht gekoppeld zijn; er is dan een stevige verbinding tussen de verschillende delen, ze hangen hecht samen en hebben veel invloed op elkaar. Andere delen zijn losjes of licht gekoppeld; de verbindingen zijn dan niet zo sterk en ze hebben niet zoveel invloed op elkaar.
Als je zo kijkt, dan kun je misschien wel zeggen dat onder de Haagse kaasstolp de partijen in thema’s en taal behoorlijk hecht gekoppeld zijn. Ze vinden allemaal dezelfde thema’s belangrijk en roepen er ongeveer hetzelfde over. Opeens wil bijvoorbeeld iedereen bestaanszekerheid. Mijn gok is bovendien dat de debatten en de wens om de kiezer te paaien, die koppeling alleen maar hechter maakt. Op zoek naar de kiezersgunst ontstaan er losse koppelingen tussen de oude idealen en de -door spindoctors- gefabriceerde teksten.
Er is nog een veel lossere koppeling tussen praat en daad. Wat in de debatten geponeerd wordt blijkt genuanceerder, of juist minder genuanceerd in de programma’s te staan. En wat in de programma’s staat, is ook nog eens losjes gekoppeld met de haalbaarheid ervan. En dan hebben we het nog niet over de losse koppeling tussen wat in de programma’s staat en de uitkomst van het formatieproces dat nog moet volgen. Elk jaar zijn kiezers weer teleurgesteld dat daar water bij de wijn wordt gedaan.
Al met al is er dus een nogal losse koppeling tussen de verkiezingsretoriek en het handelen als het erop aankomt.
Verbinding werd losgelaten
Maar die politieke partijen hebben het met ons, de kiezers, ook behoorlijk te stellen. Misschien hopen zij nog dat er een hechte koppeling is tussen waar zij voor staan en wat wij willen. Maar die verbinding hebben we al losgelaten toen partijen hun ideologische veren afschudden. Vroeger was je gewoon van een partij. Je kwam uit een rood of liberaal nest. Je ouders, je plek in de maatschappij, de zuil waarin je opgroeide bepaalden in hoge mate je stemgedrag. Ik om uit katholiek Nederland. Daar stemde je KVP, later CDA. Dat was vanzelfsprekend, punt. Maar hoe onbelangrijker die zuilen werden, hoe minder vanzelfsprekend dat werd. Mijn moeder, traditiegetrouw CDA stemmend, ontmoette een keer Max van de Berg van de PvdA. Dat vond ze zo’n leuke man, met zo’n goede visie. Hup, van CDA naar PvdA. Dat had 20 jaar daarvoor echt niet gekund.
In de loop van de tijd zijn we allemaal in meer of mindere mate gaan zweven, omdat onze identiteiten niet meer zo vastliggen als vroeger. Zweven is losjes-gekoppeld kiezen.
Een van de meest gehoorde uitspraken is dat er nu echt wat te kiezen valt, met al die vertrekkende en komende politici, de groeiende urgentie, het gevoel in de maatschappij dat het echt anders moet. De impliciete aanname die daaronder lijkt te zitten, is dat er een hechte koppeling is tussen dat gegeven en verandering van stemgedrag.
Ik denk, gezien bovenstaande analyse, dat we ons daar wel eens in kunnen vergissen.
Groet, Leike
Veranderkundigen Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde, zoals Onmacht, Onderweg en Meer dan de som der delen. Daarnaast schrijven ze elkaar brieven.