Succes is veel toevalliger dan we doorgaans denken. En van mislukkingen kun je veel leren.
Succes: we zijn er dol op. Zoek naar managementboeken op de term ‘succes’ en er is de keus uit honderden titels, variërend van Succesvol coachen tot 37 vragen voor een succesvol verkoopgesprek. Succes is natuurlijk een bijzonder aantrekkelijk idee. Veel managementboeken staan om die reden vol met stappenplannen, how to instructies, best practices, transformatiemodellen. Die zijn erop gericht om de geïnteresseerde lezer bij te brengen hoe hij zichzelf of zijn organisatie beter, sneller, effectiever kan veranderen. Succes is een keuze, zeggen die boeken en soms gaan ze nog een stapje verder: mislukken is geen optie. En dat is een aangename gedachte. Een gedachte om je ogen bij te sluiten en even weg te dromen van de werkelijkheid.
‘Het goede is de vijand van het geweldige’, schrijft Jim Collins in Good to Great (2004). Daarmee vat hij – onbedoeld – het mainstream denken samen over succes en haar tegenpool mislukking. De kernveronderstelling is dat alles wat niet voldoet aan de norm van succes, een bedreiging is. In deze filosofie van excellentie is mislukking de moeder aller vijanden. Zij dient daarom onverwijld de oorlog verklaard te worden. Succes is het goede, falen het kwade.
Mislukking als alledaags verschijnsel
Zowel onderzoeksgegevens als ervaringskennis suggereren ondertussen dat de ‘mislukking’ een tamelijk normaal verschijnsel is in organisaties. Onderzoek van Boonstra wijst uit dat van veranderprojecten slechts een schamele 30% succesvol is. De levensduur van organisaties is betrekkelijk kort: ze bestaan gemiddeld maar 12 jaar (De Geus, 1997). En in de in Good to Great beschreven studie naar succesfactoren van bedrijven vond Collins (2004) op een aantal van vele honderden onderzochte bedrijven slechts een tiental dat echt excelleerde. Van de topbedrijven die in de klassieker In search of Excellence van Peters en Waterman (1978) werden beschreven, was een groot aantal een paar jaar later al weer afgegleden naar gemiddeld niveau. Succes is veel toevalliger dan we doorgaans denken.
En dan de alledaagse ervaring van het leven in organisaties, waarin allerlei andere, meer duistere zaken dan glimmend succes een aanzienlijke rol spelen. Mensen zijn er druk bezig hun weg te zoeken, te improviseren en om te gaan met tegenslag. Organisaties zijn werelden van tijdsdruk, van ergernis, gedoe, van overleven. Een wereld waarin naast prachtig succes ook grote en kleine teleurstellingen en hele en halve mislukkingen aanwezig zijn.
Leren van mislukking
Mislukking is dus een onderschoven kindje, terwijl het een thema is waaraan veel valt te leren. Het beleven van een mislukking, professionele tegenwind en een moeizame werkperiode is geen pretje, maar kan een rijke bron zijn voor persoonlijke en professionele groei. Daarvoor moet je wel bereid zijn je eigen ervaring te onderzoeken, soms pijnlijke feedback te ontvangen en een hoop onzekerheid te verdragen.
Wie een echte mislukking meemaakt stuit op een grens in zichzelf. Daardoor ontdek je dat je iets niet goed in de vingers hebt en dat je oude manier van doen niet meer volstaat. Zo’n ervaring is pijnlijk, maar wie zijn eigen onvolkomenheden echt onder ogen ziet leert veel over zichzelf, zijn denken en handelen. Je versterkt je vermogen om te incasseren en door te zetten. En groeit.
Leren van mislukken is in essentie het leren accepteren van de mislukking in jezelf. Dat is het grootste succes dat een mens zichzelf kan gunnen.
Joris Brenninkmeijer is coach, organisatieontwikkelaar en lid van de redactie van het Tijdschrift voor Begeleidingskunde, het praktijkwetenschappelijk blad van de LVSC.