Veranderaars kunnen op allerlei niveaus waarnemen. Het gaat er dan bijvoorbeeld om dat men niet alleen hoort ‘wat’ er gezegd wordt, maar ook ziet ‘hoe’ iemand erbij zit en ervaart of men eigenlijk iemand wel vertrouwt. Maar ook om waar te nemen hoe de sfeer voelt op een kantoor, of het parkeerterrein leeg of vol is. En of men zich onveilig voelt of merkt dat men van de ander houdt. De gedachte hierachter is dat elke waarneming een puzzelstukje is dat informatie geeft.
Palmer (1990) benadrukt dat als we slechts gebrekkig waarnemen, de kans groot is dat de ‘boodschap’ alleen maar harder en nadrukkelijker zal worden aangeboden. Simpel gezegd: een sluimerend gevoel van onvrede kan zich ontwikkelen tot een maagzweer. De uitdaging voor veranderaars is derhalve om de waarnemingskanalen goed open te zetten. Op de kennissite staan ook wat invalshoeken zoals meerdere zintuigen ‘open zetten’, fenomenologisch openstellen of (heftige) emoties verdragen. Het goede nieuws, aldus Shepard (1989), is dat dit op zichzelf al een heel vervullende exercitie is: alertheid van lijf en leden. Het resultaat benoemt hij als ‘tone’ (zoals in ‘muscle tone’).Welke waarnemingsniveaus zijn er zoal?
Er zijn heel wat manieren om waarnemingsniveaus te onderscheiden. De moderne psychologie heeft zich net zo goed als allerlei mystieke tradities toegelegd op het in kaart brengen van die niveaus. Denk aan studies van Bateson, Piaget, Werner, Loevinger, Arieti, Maslow en Jacobson. Wilber (1986) vat veel van die bevindingen samen door middel van een eenvoudig onderscheid in drie hoofdniveaus. Hij duidt ze zelf vooral als een soort ontwikkelniveaus van mensen en mensheid. Hij suggereert verder dat elk volgend (sub)niveau het voorafgaande niveau niet zozeer vervangt, maar in zich opneemt. Met andere woorden, hoe bewuster iemand wordt, hoe gelaagder hij waarneemt.20 jaar Leren Veranderen
Al 20 jaar Kennis voor veranderaars in opleiding en praktijk
- Het eerste niveau is het niveau van het onderbewuste: de gewaarwordingen van het lichaam, de zintuigen, emoties, seksualiteit. Wilber geeft aan dat dit gewaarwordingen zijn die de meeste dieren met ons gemeen hebben en die in die zin ‘prepersonal’ zijn. Het is ook het niveau waarop er conflicten kunnen zijn maar waarvan men zich niet bewust is. Het is het gebied van de impulsen en de lusten. In verandertrajecten kan men op dit niveau bijvoorbeeld ervaren dat men gespannen is, dat men geneigd is korte metten te maken of dat men goede ‘zin’ van een bijeenkomst krijgt.
- Het tweede niveau is het niveau van het zelfbewustzijn: de gewaarwording van de wil, de redenerende geest, het ego, de creatieve geest. Wilber geeft aan dat hier de persoonlijkheid een grote rol speelt. We maken dan een sterk onderscheid tussen ‘ik’ en de rest van de wereld: we ervaren die dualiteit dagelijks. Het is het niveau waarop we sociale interactie waarnemen, taal analyseren, bedoelingen hebben en peilen. In veranderingstrajecten kan men op dit niveau bijvoorbeeld waarnemen dat mensen langs elkaar heen praten, dat er fouten zitten in een redenering of dat men een prachtig idee heeft. Het is ook het niveau dat we in de communicatie over verandering vaak veel aandacht geven.
- Het derde niveau is het niveau van het bovenbewuste: de gewaarwording van de intuïtie, van plotsklapse helderheid, het ervaren van verbinding en spiritualiteit. Wilber geeft aan dat dit gebied te beschouwen is als ‘transpersonal’: de dualiteit maakt plaats voor het ervaren van eenheid en samenhang. Het is het niveau waarop men tijdloosheid en belangeloosheid kan ervaren. In veranderingstrajecten kan men op dit niveau waarnemen dat ‘er iets in het verhaal mist’, dat mensen op de een of andere manier niet bij elkaar passen, dat je elkaar precies aanvoelt of dat je gewoon al wist wat er zou gaan gebeuren.