Onervaren leiders voelen zich vaak ongemakkelijk in hun nieuw verworven positie: alsof ze kleren dragen die niet goed passen. Voor hen is de uitdaging om ’te leiden met overtuiging’.
Authentieke leiders, mannen zowel als vrouwen, zijn niet bang om tegenover hun werknemers kwetsbaarheid te tonen. Ze beseffen dat hun kwetsbaarheid helpt zich met anderen te verbinden. Paus Franciscus bijvoorbeeld is authentiek: hij is niet bang te zijn wie hij is en voelt zich daar wel bij.
Elk leiderschap begint met zelf-leiderschap. Je kunt nu eenmaal niet anderen leiden, als je jezelf niet kunt leiden.
Authentieke leiders hebben ook genoeg zelfwaardering; ze vinden het geen bedreiging voor hun ego om fouten toe te geven. Ze plaatsen de belangen van de organisatie en langetermijn aandeelhouderswaarde voorop.
Compassie
Niet alleen authenticiteit maar ook compassie is een definiërend kenmerk van overtuigend leiderschap. Begaan zijn met anderen begint met erkennen dat iedereen gelijkwaardig is en dat niemands werk belangrijker is dan dat van anderen, inclusief dat van de leider. Het betekent waardering kunnen opbrengen voor de inspanningen en de gevoelens van de ander.
Een leider met compassie toont waardering bij goede prestaties, maar kan ook zakelijk en zonder zich te verontschuldigen werknemers corrigeren als dat nodig is. Het gaat erom hen op weg te helpen naar betere prestaties en zelfverbetering en om begrip te hebben voor persoonlijke omstandigheden.
En om de balans te vinden tussen authenticiteit en het begaan zijn met anderen.
Bron: management-issues.com
Kijktip:Â Tom Peters over Servant Leadership: