Waarom is het belangrijk is om gecompliceerde rouwreacties na baanverlies te meten? Je kunt dit kunt doen met de WerkVerliesLijst. Hoe kun je de WerkVerliesLijst in de praktijk toepassen met jouw cliënten?
Ontwikkeling van de WerkVerliesLijst
In hoofdstuk 3 van mijn boek Van de baan – Begrijpen en begeleiden van rouw door werkverlies zijn de kenmerken van gecompliceerde rouw na baanverlies besproken. Voor de conceptualisatie is dezelfde lijn aangehouden als bij gecompliceerde rouw na verlies van een dierbare (Prigerson et al., 2009). Hier is voor gekozen omdat er geen aanleiding of bewijs was om aan te nemen dat deze rouwreacties wezenlijk van elkaar zouden verschillen. Ja, de aanleiding is anders, maar als je ervan uitgaat dat de kern van rouw ligt in wat het verlies voor jou betekent, dan is het rouwproces voor verschillende verliezen vergelijkbaar. Hoe meer het verlies voor jou betekent, hoe intenser de rouwreacties zullen zijn.
Om gedegen onderzoek te kunnen doen naar gecompliceerde rouwreacties na baanverlies, moest ik eerst een nieuwe vragenlijst ontwikkelen – de WerkVerliesLijst. Hiervoor heb ik de RouwVragenLijst als basis gebruikt (Boelen et al., 2003), omdat dit een goed onderzocht en betrouwbaar meetinstrument is voor gecompliceerde rouwreacties na verlies van een betekenisvol persoon. Door een solide vragenlijst als uitgangspunt te nemen, is de kans groter dat de nieuwe vragenlijst ook betrouwbaar en valide zal zijn.
Alle items van de RouwVragenLijst zijn herschreven om ze te laten refereren aan baanverlies. Zo werd het item ‘Ik kan nauwelijks geloven dat hij/zij dood is’ aangepast naar ‘Ik kan nauwelijks geloven dat ik geen baan meer heb’. De Werk- VerliesLijst bestaat uit 33 items.
Hoe kun je de WerkVerliesLijst in de praktijk gebruiken?
Naast wetenschappelijke publicaties over de WerkVerliesLijst en gecompliceerde rouwreacties na baanverlies, vind ik het belangrijk dat deze kennis zo makkelijk mogelijk in de praktijk kan worden toegepast. Om deze reden heb ik de WerkVerliesLijst in 2018 online geplaatst op www.werkverlieslijst.nl. Hier kan iedereen de lijst kosteloos inzetten om te meten of zij last hebben van gecompliceerde rouwreacties na baanverlies. Na het invullen wordt de uitslag direct per mail verstuurd.
Ik heb lang gepuzzeld op de bewoordingen van de uitslag, omdat ik niet weet in welke staat iemand is als de uitslag binnenkomt. En ik heb te vaak gezien dat mensen zich blindstaren op cijfers en het zichzelf daardoor onnodig moeilijk maken. Om dit te voorkomen, heb ik ervoor gekozen om geen numerieke uitslag te delen, maar de score in drie categorieën in te delen: groen, oranje en rood.
Als je de WerkVerliesLijst wilt inzetten bij jouw cliënten, wees je er dan van bewust dat dit een interventie op zich is. Bij de ontwikkeling van de lijst dacht ik vrij instrumenteel: zolang we het niet kunnen meten, kunnen we het ook niet onderzoeken, dus er moet een gedegen meetinstrument komen. Ik was mij er toen niet van bewust dat vragen om iemand de lijst in te laten vullen en het invullen op zich al invloed kan hebben. Vrij naïef, ik weet het. Dus voorkom mijn fout en realiseer je dat het inzetten van de WerkVerliesLijst een interventie is.
Stap 1: Zelf ervaren
Het is goed om eerst de WerkVerliesLijst een keer zelf in te vullen ter lering en vermaak, zodat je aan den lijve ondervindt hoe dat is en wat je aan je cliënten vraagt. Je kunt dan ook makkelijker hun vragen beantwoorden en anticiperen op hun behoeften. De WerkVerliesLijst bestaat uit 33 items die allemaal een ander aspect van gecompliceerde rouw beschrijven. Denk aan: ‘Ik kan nauwelijks geloven dat ik geen baan meer heb’ en ‘Ik kan er niets aan doen, maar ik ben boos over het verlies van mijn baan’. Deze items worden gescoord op een 5-punts likertschaal van nooit tot altijd. Je kijkt terug op de afgelopen vier weken en geeft aan hoe vaak je deze reacties hebt ervaren. Uiteraard hoop je dat er zo vaak mogelijk ‘nooit’ wordt geantwoord en dat er geen sprake is van gecompliceerde rouwreacties.
Stap 2: Voorbespreking
Het helpt als je vooraf nadenkt hoe jij het invullen van de WerkVerliesLijst met jouw cliënten bespreekbaar wilt maken. Hiervoor is het handig als je eerst een korte uitleg geeft over rouwen om baanverlies. Sommige professionals mijden hierbij het woord ‘rouw’ angstvallig, omdat ze dat te sterk vinden uitgedrukt. Ik ben daar een groot tegenstander van, omdat ik juist het taboe rondom rouwen om baanverlies wil doorbreken. Door het niet te benoemen, versterk je het stigma. Het is dan ook cruciaal om het beestje bij de naam te noemen. Je wilt geen situatie creëren zoals in de Harry Potter-boeken met ‘Hij die niet genoemd mag worden’, oftewel heer Voldemort. Dit kun je bijvoorbeeld zo doen: ‘Als ik jou zo hoor, is je werk een belangrijk deel van wie je bent. Je bent bevlogen en hebt veel tijd en energie geïnvesteerd in je baan. Het is dan ook niet gek dat je baanverlies een grote impact heeft. Wist je dat je niet alleen kunt rouwen om het verlies van een persoon, maar ook om andere zaken die belangrijk voor je zijn, zoals je baan?’
Hierna geef je de ruimte aan je cliënt om te reageren en kun je het samen verder bespreken. Dit is een manier om rouwen om baanverlies bespreekbaar te maken, maar gebruik vooral je eigen woorden en sluit aan bij de taal van je cliënt. Vanuit dit punt is het doorgaans makkelijk en natuurlijk om voor te stellen dat je cliënt de WerkVerliesLijst invult.
Bijvoorbeeld: ‘Ik stel voor dat je de WerkVerliesLijst invult, zodat we kunnen kijken of jij last hebt van gecompliceerde rouwreacties door het verlies van je baan. In de lijst wordt alleen gevraagd naar gecompliceerde rouwreacties en niet naar eventuele positieve gevoelens, zoals opluchting. Hierdoor kan het invullen soms confronterend zijn. Als het lastig voor je is, laat het weten, dan kunnen we het samen doen. Invullen duurt vijf tot tien minuten. Het is fijn als je ook mijn naam en mailadres invult, zodat ik een kopie van de uitslag ontvang.’
Uiteraard vertel je ook dit in je eigen woorden en sluit je aan bij de beleving van je cliënt. De meeste mensen voelen erkenning en herkenning voor de gevoelens die zij ervaren, omdat ze van jou de mogelijkheid krijgen om de WerkVerliesLijst in te vullen. Sommige mensen vinden de items zo confronterend dat ze er niet aan durven te beginnen. Deze reacties geven je waardevolle aanknopingspunten in je re-integratietraject, ook als iemand de lijst niet wil invullen. Vraag door: Wat maakt dat ze het niet willen doen? Gelooft je cliënt dat er nog een wonder kan gebeuren, waardoor terugkeer in de baan alsnog mogelijk is? Of denkt je cliënt dat invullen zinloos is, omdat er geen sprake is van rouw?
Stap 3: Nabespreking
Bij de nabespreking van de WerkVerliesLijst zul je verschillende reacties bemerken bij je cliënten. Een grote groep vindt het fijn als duidelijk wordt dat er sprake is van gecompliceerde rouwreacties: ‘Ik word dus niet gek, dit is rouw.’ Of als blijkt dat ze geen of nauwelijks last hebben van rouwreacties, ervaren ze vaak opluchting: ‘Gelukkig, hier hoef ik dus niets mee.’
De uitslag van de WerkVerliesLijst is in drie categorieën onder te verdelen: groen (een zeer lage of lage score), oranje (een gemiddelde score) en rood (een hoge of zeer hoge score).
Groene uitslag
Bij een ‘groene’ uitslag heeft je cliënt nauwelijks tot geen last van gecompliceerde rouwreacties na baanverlies, en dat is goed nieuws. Dit kan echter veranderen als je cliënt door iets of iemand opnieuw wordt geconfronteerd met het baanverlies en de gevolgen daarvan. Als je na verloop van tijd toch rouwreacties waarneemt bij je cliënt, kun je voorstellen om de lijst nogmaals in te vullen om dit te checken en bespreekbaar te maken.
Oranje uitslag
Bij een ‘oranje’ uitslag heeft je cliënt last van gecompliceerde rouwreacties na baanverlies. Het is aan te raden om deze rouwreacties aan te pakken met gerichte interventies. Dit is een fijne groep om mee te werken, want je kunt met relatief simpele interventies veel bereiken in korte tijd. De casus van Reina geeft je alvast een idee.
Reina (41 jaar) heeft jaren gewerkt als verzorgende in een verzorgingstehuis. Twee jaar geleden is zij uitgevallen door gezondheidsklachten, waardoor zij haar baan is verloren. Tijdens ons eerste gesprek is Reina voornamelijk aan het huilen. Bij doorvragen blijkt dat haar grootste pijn ligt in het missen van de bewoners en vooral één oudere mevrouw met wie zij een nauwe band had. Deze mevrouw voelde als een tweede moeder voor haar. Vervolgens bespraken we enkele praktische zaken, zoals of ze kon nagaan of deze mevrouw nog leefde en of het formeel was toegestaan om contact op te nemen. Dit bleek zo te zijn en we spraken af dat Reina haar zou gaan bellen.
Drie weken later zag ik Reina weer en het was alsof ik een ander mens sprak. In plaats van dikke tranen, zat ze met een lach op haar gezicht. Het was gelukt om de mevrouw te bereiken. Sterker nog, de mevrouw had haar ook gemist. Daarom is het niet alleen bij bellen gebleven, maar hebben ze ook samen koffiegedronken. Het voelde zo fijn om elkaar weer te zien, waardoor Reina zich nu weer hoopvol voelt. Ze is nog wel verdrietig om het verlies van haar baan, maar de scherpte is er vanaf waardoor ze het nu kan dragen.
Rode uitslag
Bij een ‘rode’ uitslag heeft je cliënt veel last van gecompliceerde rouwreacties na baanverlies. Het is dan aan te raden om professionele hulp in te schakelen, bij voorkeur iemand met kennis van en ervaring met re-integratie, rouw, verlies en cognitieve gedragstherapie.
Als je niet getraind bent in deze problematiek en je gaat aan de slag met iemand die ‘rood’ scoort, is de kans groot dat je het erger maakt. De inzet van interventies die niet aansluiten, kan negatieve overtuigingen en gevoelens versterken, zoals: Zie je wel, dit werkt ook niet en: Wat ik voel en denk is niet normaal, niemand kan mij helpen. Kortom, als dit niet jouw vakgebied is, schakel dan professionele hulp in, bijvoorbeeld met de transitietraining.* Zorg ervoor dat je een professional inschakelt die bekend is met deze problematiek en die jouw cliënt kan helpen, zodat jij weer verder kunt met je re-integratietraject.
Een voorbeeld van een ‘rode’ score lees je in de casus van Esther:
Esther (47 jaar) stond als directieassistentie 24 uur per dag en 7 dagen in de week klaar om haar directeur te ondersteunen. Zij maakte deze opoffering graag, omdat zij genoot van haar werk. Van de ene op de andere dag had zij geen toegang meer tot de mail van haar directeur en werd ze opgeroepen voor een gesprek bij HR en ontslagen. Zij heeft geprobeerd om dit besluit aan te vechten in de rechtbank, maar zonder succes.
Dertien maanden later kan Esther nog steeds niet bevatten dat ze is ontslagen. Ja, ze had dit wel vaker zien gebeuren bij andere collega’s, maar nooit had ze verwacht zelf in deze situatie terecht te komen. Zij blijft alle scenario’s in haar hoofd afspelen en zich afvragen wat ze anders had kunnen doen. Esther voelt zich boos en bitter over het onrecht dat haar is aangedaan. Ze wil de draad van haar leven weer oppakken en op zoek gaan naar nieuw werk, maar haar vertrouwen in zichzelf, anderen en haar toekomst is verdwenen. Van de optimistische persoon die ze voorheen was, is weinig meer over.
In de casus van Esther lees je dat zij veel last heeft van gecompliceerde rouwreacties door haar baanverlies, wat een grote invloed heeft op haar dagelijks leven. Hier is meer nodig dan een relatief simpele interventie, zoals bij Reina. Je moet precies ontrafelen waar de angel zit, zodat ze haar baanverlies en alle gevolgen daarvan onder ogen kan zien. Vervolgens werk je aan haar emotie-affectregulatie om haar boosheid te verminderen en ten slotte onderzoek je samen hoe een waardevol leven voor haar eruitziet, om haar weer houvast en richting te geven.
Je moet hier precies weten wat je doet en waarom. Dit is waarom je voor cliënten met een ‘rode’ uitslag professionele hulp inschakelt, terwijl je voor cliënten met een ‘oranje’ score ook zelf interventies kunt inzetten ter ondersteuning.
Door Janske van Eersel
Bron: Van de baan -Begrijpen en begeleiden van rouw door werkverlies