Hier en daar kom je hem ook in professionele context tegen: de échte klootzak. Hoe blijf je overeind als je op je werk met zo iemand door één deur moet?
Neem Steve Jobs. Hij parkeerde zijn auto op parkeerplaatsen voor gehandicapten. Hij besnoeide op filantropische giften. Hij ging – met opzet – ongemeen fel tekeer tegen mensen. En dat alles alleen om stoom af te blazen. Zijn vriend Jony Ive, hoofd design van Apple, vat het als volgt samen: ‘Als Steve ergens erg gefrustreerd over was, ontlaadde hij zich door iemand pijn te doen. En volgens mij vond hij dat hij ook het recht en de vrijheid had om dat te doen. De normale sociale omgangsvormen waren op hem niet van toepassing, vond hij.’ Dat soort dus. De Amerikaanse hoogleraar filosofie Aaron James schreef er een boek over: Assholes: a theory. Inclusief adviezen om met deze diersoort om te gaan.
Hoe herken je hem?
Het begint allemaal met herkennen wat een échte klootzak is, zodat je weet met wie je te maken hebt als je er een tegenkomt op de werkvloer. Waarin verschilt zo iemand van een gemiddelde eikel, chagrijn of zak tabak? Aaron James geeft de volgende definitie: een klootzak is een man (jazeker: het gaat hoofdzakelijk, zij het niet uitsluitend, om mannen) die zichzelf systematisch superioriteit in sociale relaties toe-eigent. Dit op grond van een stevig verankerd (en onjuist) gevoel dat hij daar het recht toe heeft, een gevoel dat hem bovendien immuun maakt voor de klachten van anderen over zijn gedrag. De echte asshole gedraagt zich dus niet incidenteel als zodanig – bijna iedereen doet wel eens ontzettend vervelend – maar systematisch. Hij onderbreekt te vaak, kleineert medewerkers, blaft bevelen, rijdt alsof de weg van hem is, biedt nooit zijn excuses aan, is immuun voor andermans gevoelens en vindt daarnaast dat hij het recht heeft om te laat te komen op vergaderingen, gesprekken te domineren en beleefde omgangsvormen naast zich neer te leggen.
Hoe ga je met hem om?
Nu duidelijk is waarover we het hebben, is daar weer de hamvraag: hoe ga je met zo iemand om? Vergeet allereerst dat je zo´n klootzak kunt veranderen. Zijn gedrag wérkt voor hem. Je kunt hooguit hopen dat het beter wordt en je blijven realiseren dat je beter verdient. Zoek desnoods een collega die er net zo onder lijdt en blaas bij elkaar stoom af. Dat voorkomt dat vrienden en familie genoeg krijgen van jou en je geklaag.
Ook dit kan voorkomen dat je emmer overloopt:
- Vraag het beleefd
Vraag de klootzak om je te behandelen op de manier waarop je graag wilt worden behandeld. Wees specifiek en beleefd, en wacht eerst tot eventuele woede is weggezakt. Misschien ontwapent het hem en schikt hij in. Hij zou je zelfs een tikje meer kunnen gaan respecteren door zo’n vraag. Maar: wees ook niet verbaasd als er niets verandert. Blijf dan gewoon, de volgende keer, doorgaan met deze vraag stellen – zolang je het menselijkerwijs kunt opbrengen. - Werk alleen nog samen om voor jou goede redenen
Als een beleefd gesprekje met de klootzak zo nu en dan de sfeer op kantoor aangenamer houdt, kun je puur voor dat nobele doel af een toe een praatje houden. - Teken (bescheiden) protest aan
Neem op het juiste moment en plein public een standpunt in over het gedrag en kom op voor de rechten van je collega’s. Heeft de klootzak bijvoorbeeld een botte grap gemaakt, reageer dan totaal niet of dien hem van repliek met een rake opmerking aan zijn adres. Je zou kunnen weigeren om de klootzak de hand te schudden. Of om niet te helpen terwijl je dat normaliter wel zou doen. Het punt is hier niet om hem zich beter te laten gedragen. Het punt is je hard te maken voor respectvol gedrag. - Geef hem een (klein) koekje van eigen deeg
Het gaat hier om milde represailles. Onderbreekt hij je bijvoorbeeld, onderbreek hem dan ook steeds – tot hij proefondervindelijk weer het nut inziet van iemand laten uitpraten. Let op dat je reactie veilig, in proportie en productief is. Vergeet vergelding. Het doel is niet oorlog, het doel is vrede op de werkvloer.