Wat voor de gehele beroepsbevolking geldt als je kijkt naar de relatie tussen werk en psychische problemen, geldt ook voor de subgroep hooggevoeligen, behalve dat zij overprikkeling en vermoeidheid vaker als klacht lieten horen. Het gaat dan over belastbaarheid en individuele factoren die invloed hebben op prestaties. Hsp’s lijken stressgevoeliger, met name als ze geen invloed kunnen uitoefenen op de werkomgeving, de tijdsdruk en de bedrijfscultuur. Ze geven als reden voor overprikkeling vaker aan dat ze last hebben van sociale situaties. Kantoortuinen zijn onder hen niet geliefd, aangezien hoogsensitieve mensen snel last hebben van geluiden. Een kantoortuin kan vanzelfsprekend stress oproepen door alle prikkels die daar aanwezig zijn. Ook te veel werk heeft dat effect.
Burn-out
Toch werden ze niet aangemerkt als de belangrijkste reden voor stress. Uit cijfers van een omvattend onderzoek van Esther Bergsma (2019) naar hoogsensitiviteit en burn-out onder 5500 participanten wereldwijd blijkt dat in Nederland maar liefst 57 procent (van alle 1500 Nederlandse respondenten) in het verleden een burn-out heeft gehad. Dit staat in schril contrast met het landelijke gemiddelde van 15 procent van de vrouwelijke beroepsbevolking en 8 procent van de mannelijke. Wereldwijd blijkt dit percentage zelfs nog hoger te liggen. Uit hetzelfde onderzoek van Bergsma, gedaan in onder andere de VS, Finland, Denemarken, Spanje, Rusland en Brazilië komt een gemiddelde van 75 procent naar voren. Hoewel deze diagnoses zelfgerapporteerd zijn en mogelijk kleine afwijkingen vertonen met wat officieel wordt beschouwd als burn-out, zijn de resultaten
best opmerkelijk.
In de woorden van Esther Bergsma (2019): ‘Als je het zou omdraaien en de cijfers zou extrapoleren; ervan uitgaande dat 20 procent van de mensen hsp is, dan zouden drie op de vier mensen met een burn-out mogelijk hoogsensitief zijn en zou je kunnen stellen dat hsp’s een drie keer groter risico lopen op een burn-out.’ Uit onderzoek van Arne Evers, Jochem Rasche en Marc Schabracq (2008) blijkt ook dat hsp-medewerkers gevoeliger blijken te zijn voor werkstress, werkongenoegen en herstelbehoefte.
Stressfactoren bij HSP
Hooggevoelige mensen blijken heel duidelijk te zijn over de oorzaken van deze problemen. De drie meest in het oog springende stressfactoren in het onderzoek naar hsp en werkstress van Bergsma (2019) onder 5500 hsp-respondenten zijn:
- een slechte werksfeer;
- betekenisloos werk;
- weinig autonomie.
Bergsma (2019) schrijft: ‘De helft (!) van de hsp’s uit mijn onderzoek heeft een slechte sfeer en betekenisloos werk aangekruist als onwerkbaar. Als er sprake is van een slechte sfeer of betekenisloos werk, lukt het de helft van de hoogsensitieve werknemers niet meer om te functioneren.’ Op de vraag wat noodzakelijk is om goed te kunnen functioneren, oftewel wat motiveert een hsp, noemt dan ook de helft ‘betekenisvol werk’ – direct achter ‘goede sfeer’ en ‘genoeg vrije tijd’. Zij zetten betekenisloos werk op één als het gaat om onwerkbare situaties. Wat we hieruit kunnen destilleren, is dat de motivatie voor hsp’s vooral afhangt van omgevingsfactoren.
Een hooggevoelige persoon wordt minder gestimuleerd en gemotiveerd door factoren als een hoog salaris, prestige en doorgroeimogelijkheden en meer door werksfeer, autonomie en betekenisvol werk.