De meeste mensen die met een ontslag te maken krijgen komen terecht bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen). Om een periode van werkloosheid te overbruggen kunt u bij het UWV een WW-uitkering aanvragen. Het UWV beoordeelt vervolgens of u al dan niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering. Als u zelf ontslag neemt heeft u geen recht op een WW-uitkering. Indien u wordt ontslagen heeft u in de meeste gevallen wel recht op een WW-uitkering. Dit geldt ook indien u en uw werkgever door middel van een vaststellingsovereenkomst uit elkaar gaan. Echter, in het laatste geval zijn er wel een aantal punten waar u alert op dient te zijn.
Wat is een vaststellingsovereenkomst?
Een vaststellingsovereenkomst die ziet op de beëindiging van uw dienstverband heet een beëindigingsovereenkomst. Dit is een overeenkomst die tussen de werknemer en werkgever wordt gesloten, waarbij het dienstverband met wederzijds goedvinden wordt beëindigd. In deze overeenkomst worden de gemaakte afspraken vastgelegd. U kunt hierbij denken aan toekenning van de transitievergoeding, een aanvullende beëindigingsvergoeding, een beding inhoudende finale kwijting, etc..
Wanneer is een vaststellingsovereenkomst WW-proof?
Als u uw baan verliest dient u zelfstandig een WW-uitkering aan te vragen bij het UWV. Zoals gesteld zal het UWV deze aanvraag afwijzen als u zelf ontslag heeft genomen. Als er een vaststellingsovereenkomst is overeengekomen dient u deze aan het UWV te zenden. De vaststellingsovereenkomst dient zo opgesteld te zijn dat deze niet in de weg staat aan het verkrijgen van een WW-uitkering. In dat kader zijn de bewoordingen in de vaststellingsovereenkomst omtrent de reden van beëindiging van het dienstverband van belang. Als de vaststellingsovereenkomst niet ‘WW-proof’ is opgesteld, zal u geen recht hebben op een vaststellingsovereenkomst. Het is daarom van belang om voorafgaand aan het ondertekenen van een vaststellingsovereenkomst deze te laten controleren door een arbeidsrecht advocaat.
De datum van uitdiensttreding
Daarnaast is ook de datum van uitdiensttreding van belang voor het recht op een WW-uitkering. Het UWV zal namelijk pas een WW-uitkering uitbetalen vanaf de datum waarop u uitdienst bent getreden. Daarbij controleert het UWV of de (fictieve) opzegtermijn is nageleefd. Indien uw werkgever één maand opzegtermijn heeft, betekent dit dat als de vaststellingsovereenkomst in september is overeengekomen, u per 1 november in aanmerking komt voor een WW-uitkering. Indien u in september stopt met werken en geen loon meer ontvangt, zult u enige tijd geen inkomsten ontvangen. Het is daarom van belang om in de vaststellingsovereenkomst rekening te houden met deze fictieve opzegtermijn. U wilt immers voorkomen dat u een periode zonder inkomsten dient te overbruggen.