
Interview met generatie-expert Laura Bas
GenZ heeft het in zich om bestaande organisatieculturen flink op te schudden, ziet generatie-expert en spreker op het Jaarcongres Cultuurverandering Laura Bas. Twintigers bevragen de norm op de werkvloer met valide argumenten vindt ze. Dat hebben ze geleerd van hun opvoeders, ook al kan dat gedrag in een collega-context diezelfde opvoeders nogal irriteren. ‘Jullie vinden dingen al snel onprofessioneel, maar GenZ denkt niet op die manier. Die komt als zichzelf.’
Laura Bas is geboren in 1996 en noemt zichzelf nog nét GenZ. Ze is gespecialiseerd in generaties en het aantrekken en behouden van jong talent. Dat blijft niet onopgemerkt: op social media volgen 200.000 jongeren haar tips over solliciteren en carrière maken. Ze heeft net een groot onderzoek afgerond dat uitmondt in een nieuw boek (de GenZclopedie). Het is het grootste kwalitatieve onderzoek naar jongeren in organisaties dat ooit in ons land is uitgevoerd. En ja, ook dat heeft ze op de GenZ manier aangepakt, zegt ze. Met behulp van social media dus.
Vertel!
‘Ik dacht ik maak gewoon een LinkedIn post en vraag of organisaties mee willen doen. Een beetje naïef misschien, maar ook de schoonheid van jong zijn. En het pakte goed uit. Die post ging viral en binnen een dag had ik vijftig organisaties die mee wilden werken. Daar heb ik er dertig van uitgekozen, een luxe natuurlijk.’
Zou een veertigplusser er langer over hebben gedaan?
‘Ja dat denk ik wel. Ik had ook uitgewerkte voorstellen naar bedrijven kunnen sturen en dan eerst uit moeten zoeken naar wie precies. Dat had eindeloos geduurd. Ik merk dat ook aan videocontent, mijn generatie neemt gewoon snel een leuk filmpje op. Dat zijn we gewend en we doen niet moeilijk over een foutje. Maar in veel bedrijven gaat er eerst een script langs vier afdelingen en tegen de tijd dat het klaar is ben je maanden verder en zijn de passie, het enthousiasme en de snelheid allang verdwenen.’
Jij gaat op het Jaarcongres Cultuurverandering vertellen dat GenZ de werkvloer een fikse update gaat geven.
‘Iedere generatie brengt vernieuwing met zich mee. De manier waarop we nadenken, samenwerken en leidinggeven verandert en veroudert. Wanneer de houdbaarheidsdatum verstrijkt, dan gaan we er energie op verliezen en dan ontstaan er nieuwe manieren- updates- die de oude gewoontes uitdagen. Mijn mentor Aart Bontekoning heeft ontdekt dat iedere nieuwe generaties die updates in zich heeft en die krijgen ze tot zich via de opvoeding, via hun ouders.’
Je geeft als opvoeder dingen mee aan je kind terwijl datzelfde gedrag je in een collega-context kan irriteren. Hoe kan dat?
‘Millennials en GenZ hebben meegekregen dat je jezelf mag zijn en goed voor jezelf moet zorgen. Je mag doen wat je leuk vindt. Ook is GenZ opgevoed met vragen stellen en meedenken; hee, waarom gaan we niet naar Italië in plaats van Frankrijk? Ze mochten thuis hun zegje doen en dat doen ze óók op het werk. Oudere generaties maken onderscheid tussen thuis en werk en hebben meer het idee dat je op het werk een professionele rol vervult. Mijn moeder zou bijvoorbeeld niet snel zonder eyeliner en mascara naar kantoor gaan, want dat staat professioneel en verzorgd. Heel veel GenZ’ers dragen geen make up naar hun werk of trekken comfortabele kleding aan. Ze gaan als zichzelf. En omdat ze geleerd hebben om mee te mogen praten zijn ze minder onder de indruk van autoriteit.’
Bas ziet regelmatig in de praktijk dat de scheiding tussen gedrag op werk en thuis aan het vervagen is. ‘Als je er op gaat letten ga je het heel erg zien. Ik ging laatst een boedelbak ophalen en werd geholpen door een GenZ’er. Maar ze had haar dag niet en het lukte niet. “Sorry”, zei ze, “het is echt even helemaal kut”. Ook zo’n voorbeeld van niet doorhebben dat je eigenlijk in een professionele setting zit, of dat loslaten. Dat zouden andere generaties nooit zeggen! Tijdens mijn onderzoek met de jongeren in organisaties vlogen de scheldwoorden zoals “fucking” en “kut” me ook regelmatig om de oren.’
Kunnen we nog stellen dat dat woordgebruik niet zo gepast is?
‘Dat denk ik wel hoor, hier is een correctie misschien wel even nodig.’
Die fikse update, hoe ziet die er verder uit?
‘Jonge mensen zoeken naar gelijkwaardigheid en dat vraagt veel van leidinggevenden vooral als het gaat om feedback geven. Het concept van “geen bericht is goed bericht”, dat werkt niet bij GenZ, ze hebben waardering nodig. Hun ouders hebben vaak gezegd dat ze trots zijn en ook hier geldt dat GenZ thuis en werk minder scheidt. Ze verwachten ook op het werk complimenten en als ze weinig waardering ervaren, dan voelen ze zich niet gezien. Die bevestiging hebben ze nodig.’
En wat als je je werk nu eenmaal nog niet zo goed doet?
‘Dan willen ze support. Ze willen een coachende leidinggevende. Wat helpt is dat je als leidinggevende vraagt wat ze nodig hebben om op het goede niveau te komen of om wel die deadline te halen. Het ligt vaak aan kennis of vaardigheid die ontbreekt en daar kun je ze gericht op gaan coachen. Eerlijk gezegd zou je dat bij alle generaties op die manier moeten doen. Mensen hebben er niks aan om alleen maar te horen dat het niet goed is.’
Vaak gaat het bij GenZ over de balans werk-privé.
‘Iedere generatie heeft zijn eigen slogan en het mantra van GenZ is: work smarter, not harder. Dat is echt een update. Ze vragen zich af waarom ze van negen tot vijf op kantoor moeten zitten terwijl ze al om half vier niet meer productief zijn. Die norm bevragen ze. Ze willen resultaatgericht werken en ze willen weten wat ze moeten opleveren in een week.’
Wij oudjes zeggen dan: als je om half vier al naar huis kunt, dan heb je te weinig werk.
‘Dat hoor ik vaker. Maar dan zegt GenZ dat allang bewezen is dat je niet acht uur lang productief bent en dat een uurtje sporten om half vier je weer fris en vitaal maakt. Dat zijn best wel legitieme argumenten. We moeten zorgen dat we niet tegenover elkaar gaan staan, maar bedenken hoe we samen de beste resultaten gaan halen. Voor werkgevers betekent dat vrijheid geven maar wel met heel duidelijke kaders. Afas doet dat bijvoorbeeld heel goed met hun vierdaagse werkweek met een ontwikkeldag op vrijdag; van maandag tot donderdag ben je op kantoor en op vrijdag werk je aan je persoonlijke ontwikkeling en die dag mag je zelf invullen.’
Nog even over die inzet: het is toch ook niet verkeerd om veel vlieguren te maken om ergens goed in te worden?
‘Dat is een terechte vraag. Ik zie verschillende dingen. Ten eerste zie ik dat twintigers vaak nog een side hustle hebben, een bedrijfje of hobby waar ze veel uren in stoppen. Ten tweede denken veel jongeren: ik kan wel heel hard gaan werken, maar ik kom toch die woningmarkt niet op en bovendien moet ik nog minstens tot m’n zeventigste doorwerken. Ten derde geven heel veel jongeren in mijn onderzoek aan dat ze hun eigen ouders best wel hebben gemist en dat die vaak chagrijnig waren als ze eindelijk thuis kwamen. Ze snappen dat zij door dat harde werken hun rijbewijs konden halen en konden studeren, maar ze noemen dus ook dat gemis.’
Hoeveel uur werk jij eigenlijk?
Lacht. ‘Ik werk wel zes dagen in de week. Te veel eigenlijk. Maar ik heb geen hobby’s, dit werk is mijn grote passie.’
Welk resultaat in je onderzoek viel jou persoonlijk het meeste op?
‘GenZ krijgt de meeste energie van fijne collega’s. Dat vinden ze in hun werk het allerbelangrijkste! Hun wereld wordt steeds internationaler, digitaler en kunstmatiger en ze snakken er naar om mensen in levende lijve te zien en live contact te hebben. Ze willen ook graag leren van oudere collega’s maar weten niet altijd goed hoe dat moet en hoe ze een band moeten smeden. Ze zijn niet zo sterk in smalltalk, in live communicatie. Dat willen ze graag leren. Wat ik verder heel opmerkelijk vond is dat ze leidinggeven helemaal niet zien als het hoogst haalbare. Ze zien hun manager meer als een regelneef, een coördinator en facilitator. Ze hangen een heel andere waardering aan die functie. Ook heel belangrijk: ik ontdekte dat het jongeren heel erg helpt dat hun mening gevraagd wordt, dat we hun beleving van de werkvloer serieus nemen. Veel deelnemers aan mijn onderzoek zeiden dat ze nooit eerder de vraag hadden gehad wat zij nou anders zouden doen in de organisatie.’
Wie is Laura Bas?
Laura Bas (1996) helpt organisaties om jonge professionals beter te begrijpen, bereiken en behouden. Op haar 25e sprak ze bij de Verenigde Naties over jongerenparticipatie en gendergelijkheid en werkte als jongerenambassadeur voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Met haar achtergrond in organisatiewetenschap richt ze zich op de rol van generaties op de werkvloer. Dit najaar verschijnt haar eerste boek over GenZ en de toekomst van werk: De GenZclopedie. Ze spreekt op 25 november 2025 tijdens het Jaarcongres Cultuurverandering. Erbij zijn? Schrijf je hier in!
Door: Jannie Benedictus