Wat gebeurt er als je niet gelooft wat de ander zegt, maar iemand wél volledig vertrouwt? Als je geen oplossingen aandraagt, maar het je gesprekspartner goedbedoeld moeilijk maakt? Coach en auteur Ariane van Heijningen voert deze gesprekken volgens een radicaal ander uitgangspunt dan we gewend zijn: het helderdenkengesprek. Een vorm van dialoog die niet stuurt op snelle oplossingen, maar op nieuw denken.
Wat is het helderdenkengesprek?
Het helderdenkengesprek geeft geen pasklare antwoorden, geen empathisch instemmende gesprekspartner, maar scherpe vragen die je uitnodigen om je eigen denken kritisch te onderzoeken. De socratische houding die daarbij hoort is even onwennig als krachtig: vertrouw de ander, maar geloof haar niet. Laat de wens om te helpen los. En wees vooral bereid om zelf ook te leren van het gesprek. In dit artikel zie je hoe zo’n gesprek eruitziet.

Verhaal van een coachee – Ben jij iemand die de neiging heeft om te liegen?
Sarah en Ariane kijken terug op hun gesprek.
Sarah: Ik heb nog nooit zulke scherpe en confronterende vragen gekregen als van jou. En op de een of andere manier bleef ik bereid je vragen te beantwoorden, terwijl ze echt niet allemaal leuk waren.
Ariane: Welke vraag was het minst leuk?
Sarah: Jouw vraag: ‘Ben jij iemand die de neiging heeft om te liegen?’
Ariane: Ha, ja! Heel dapper dat je daar ‘Ja’ op antwoordde.
Sarah: En jouw vraag die daarop volgde: ‘Waarom zou iedereen die dit gesprek hoort, tot dezelfde conclusie kunnen komen over jou?’ Dat vond ik uiteindelijk de allerergste vraag.
Ariane: Waarom?
Sarah: Omdat ik daardoor besefte dat mijn woorden mij onbedoeld ‘verraden’. Dat was best confronterend. En een totaal nieuwe gedachte, dat mijn woorden zoveel blootgeven over mij.
Ariane: En toch heb je van ons gesprek genoten, zei je net.
Sarah: Ja, dat is zo. Omdat ik nieuwe dingen ontdekt heb en me nooit veroordeeld voelde door je. Je riep zelfs ‘Fantastisch!’, toen ik bevestigde dat ik de neiging heb om te liegen.
Ariane: Ja, ik vind het altijd fantastisch als iemand de moed heeft om wijzer te worden over zichzelf. Dat is toch mooi?
Sarah: Ook als het over slechte eigenschappen gaat?
Ariane: Ook als het over slechte eigenschappen gaat. Maar de vraag is: wanneer is de neiging tot liegen een slechte eigenschap?
Het gesprek tussen Sarah en mij was geen vriendelijk keuvelend gesprek, maar een gesprek waarin ik het Sarah goedbedoeld moeilijk heb gemaakt. Het was het soort gesprek dat in dit boek centraal staat: het helderdenkengesprek. Een helderdenkengesprek is geen beoordelingsgesprek, geen hulpgesprek, geen adviesgesprek. Het is een gesprek waarin jij je gesprekspartner helpt om nieuwe kennis, nieuwe wijsheid te produceren. Nieuw denken.
Nieuw denken
In veel van onze gesprekken spreken we onze gedachten uit. Dat lijkt prima. Maar hier zit ’m nou net de kneep: het woord ‘gedachte’ is verleden tijd, het verwijst naar oude denkpatronen, naar ideeën die we al talloze keren hebben herkauwd. Voor simpele situaties die ons bekend zijn, werkt dit herkauwen prima om met de situatie om te kunnen gaan. Maar wanneer de zaken ingewikkelder worden, totaal nieuw zijn of maar niet verbeteren ondanks al onze pogingen, is het blijven hangen in die vertrouwde gedachtekronkels niet zo handig. En dán hebben we behoefte aan iets radicaal nieuws. Aan nieuw denken. Over de kwestie of over onszelf.
Nieuw denken is als een klap in het gezicht van die ingesleten aannames en vastgeroeste denkpatronen, waar we zo aan gehecht zijn geraakt dat we ze niet eens meer opmerken. Nieuw denken vergt moed, het verlaten van de gebaande paden en het durven betreden van onbekend terrein. Dan komt verandering in zicht. Niet makkelijk, wel leuk. En nieuw denken produceren, dat is precies waar het helderdenkengesprek bij uitstek voor geschikt is.
Mooie woorden allemaal …
Maar wat is dat eigenlijk, zo’n helderdenkengesprek dat ook nog eens op socratische principes gebaseerd is? In één zin graag!
Oké, in één zin:
Een helderdenkengesprek is een gesprek waarin je het de ander goedbedoeld moeilijk maakt, zodat die zijn eigen denken aan een kritisch onderzoek onderwerpt.
En wat levert dat de ander op?
Steeds meer inzicht in hoe zijn eigen denken zijn blik op de werkelijkheid vormgeeft.
En waarom heeft iemand daar wat aan?
Je denken bepaalt voor een groot deel hoe je de werkelijkheid ervaart. Daardoor beïnvloedt je denken ook wat je in de wereld doet en wie je daar bent. Dus het is goed om aandacht te besteden aan wat je denkt. Zeker als je heilig bent gaan geloven in je oude gedachten. Nieuw denken vergroot je wereld, doordat je nieuwe dingen ziet, doet en voelt.
En hoe ziet dat eruit in een gesprek?
Ik maak onderscheid in twee soorten gesprekken:
- Het ik-ga-met-je-mee-in-het-verhaal-en-help-je-aan-een-oplossing- gesprek.
- Het ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en-help-je-helderdenken- gesprek
Het eerste gesprek behoort tot het vak van de adviseur, van de expert, de vakman. Als mijn douche weer eens verstopt zit en er daardoor lekkage ontstaat in mijn woonkamer, wil ik niet dat de loodgieter een gesprek met me begint over de vraag wanneer lekkages bijdragen aan de romantiek van een oud huis. Of dat hij betwijfelt of de
druppels die van het plafond vallen, überhaupt wel onder de categorie ‘lekkage’ vallen of eerder in de categorie ‘kunst’ thuishoren. Dan wil ik dat hij meegaat in mijn verhaal dat dit ontsnapte water een probleem is. En dat hij me vervolgens uitlegt hoe hij de lekkage gaat verhelpen. Of hij legt het niet uit, ook goed. In ieder geval moet hij de lekkage stoppen. Niets meer, niets minder.
Mensen zijn zeer vertrouwd met dit ik-ga-met-je-mee-in-hetverhaal- en- help-je-aan-een-oplossing-gesprek. Vrienden, collega’s, vakgenoten, ook menig coach en adviseur zetten dit gesprek regelmatig in. Het is een gesprek dat een duidelijke functie heeft op een duidelijk moment. Namelijk, het moment waarop we heel helder
het probleem in kaart hebben dat we concreet moeten oplossen. Bijzonder geschikt voor het oplossen van lekkages.
Het oplossingengesprek is minder geschikt als je je gesprekspartner wilt laten nadenken over wat hij zojuist gezegd heeft. Minder geschikt voor het bevorderen van zelfkennis. Minder geschikt voor het leren reflecteren en verantwoordelijkheid nemen over je eigen leven. Dan is het ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en-help-jehelder-
denken-gesprek veel effectiever. En dát gesprek voer je als je socratisch werkt.
Kijk maar naar de volgende twee voorbeeldgesprekken die samen het verschil illustreren. Elmer heeft een vraag en Anka gaat met Elmer in gesprek hierover.
Het ik-ga-met-je-mee-in-het-verhaal-en-help je- aan-een-oplossing-gesprek
Elmer: Hoe kan ik mijn teamgenoten nu duidelijk maken dat ze racistisch zijn tegen onze nieuwe collega?
Anka: Vertel me eens wat over je team, hoe ziet dat eruit?
Elmer: Het bestaat uit acht mensen, van wie ik de nieuwste ben. Tenminste, op die allernieuwste collega na dan. We doen allemaal hetzelfde werk, maar er zijn wel twee senior beleidsmedewerkers, die doen de wat ingewikkeldere opgaven.
Anka: En die nieuwe collega, is die ook senior?
Elmer: Nee, dat is een gewoon teamlid. Net als ik.
Anka: En die seniors, heb je hen zich ook racistisch zien gedragen?
Elmer: Ja, zeker die ene. Daar durft ook nooit iemand wat tegen te zeggen, want die is heel autoritair.
Anka: Ja, dat kan heel spannend zijn. Wat heb je tot nu toe al gedaan?
Elmer: Niks, ik durf het onderwerp eigenlijk niet aan te kaarten. Ik ben bang dat ze boos op me worden. En ik moet natuurlijk wel met ze samenwerken.
Anka: Dat snap ik. Je wilt niet buiten de groep vallen.
Elmer: Precies!
Anka: Zijn er misschien collega’s die je vertrouwt en met wie je dit kunt bespreken?
Elmer: Misschien met Zeynep, ik heb met haar wel een goede band.
Anka: Dat is misschien een eerste goede stap.
Elmer: Dat denk ik ook, ook omdat zijzelf helemaal niet racistisch is. Ze is zelf Turks. Dus ze zal begrijpen waar ik me zorgen om maak.
In dit gesprek gaat Anka direct mee in het verhaal van Elmer. Het is blijkbaar waar wat Elmer zegt. Daar twijfelen we niet aan in onze rol als oplossingenbieder. Het zou alleen heel fijn zijn als die rottige racistische collega’s zich wat beter zouden gedragen. En daar hebben we wel wat ideeën over, hoe we dat stap voor stap zouden kunnen regelen! In dit gesprek wordt het denken zelf niet bevraagd. Hoe zou het ook kunnen? Hoe zou een helderdenkengesprek eruit kunnen zien?
Het ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en help-je-helder-denken-gesprek
Elmer: Hoe kan ik mijn teamgenoten nu duidelijk maken dat ze racistisch zijn tegen onze nieuwe collega?
Anka: Waaruit blijkt dat je teamgenoten racistisch zijn?
Elmer: Het was tijdens een teamoverleg. Die nieuwe collega is van Marokkaanse afkomst en toen zei iemand: ‘Ik ken niemand van Marokkaanse afkomst, dus ik vind het superleuk je te ontmoeten!’ De rest beaamde dat. Ik denk dan: Dat doe je toch niet? Het is 2024!
Anka: Wat is daar racistisch aan?
Elmer: Snap je dat niet?
Anka: Het doet er niet toe of ik dat snap of niet, het is jouw onderzoek.
Elmer: Dat zeg je gewoon niet! Het is racistisch om iemand bijzonder te maken, haar te laten voelen alsof ze niet bij de club hoort.
Anka: Dus de uitspraak ‘Ik ken niemand van Marokkaanse afkomst, dus ik vind het superleuk je te ontmoeten!’
zorgde ervoor dat je nieuwe collega zich niet bij de club voelde horen?
Elmer: Dat weet ik toch niet? Ze lachte vriendelijk terug, maar ja, dat zegt niks.
Anka: Je gebruikte haar gevoel net wel als argument. Gebruik je wel vaker argumenten waarvan je niet zeker weet of ze kloppen? Of niet?
Elmer: Ik wil gewoon heel zorgvuldig zijn. Niet zoals mijn collega’s, die er zonder erbij na te denken wat uitgooien.
Anka: En mijn vraag was: gebruik je wel vaker argumenten waarvan je niet zeker weet of ze kloppen? Of niet?
Elmer: Nou, als je het zo duidelijk stelt. Ja.
Anka: Is het gebruiken van argumenten waarvan je niet zeker weet of ze kloppen iets wat je eerder als zorgvuldig of onzorgvuldig zou beschouwen?
Elmer: Ja, onzorgvuldig natuurlijk!
Anka: Oké. En je wilt zorgvuldig zijn, zei je eerder. Klopt dat?
Elmer: Ja.
Anka: Welke onderzoeksvraag komt nu als logisch bovendrijven?
Elmer: Ben ik wel zorgvuldig genoeg geweest in mijn oordeel over de situatie?
In dit gesprek gaat Anka niet gelijk mee in het verhaal van Elmer. Ze geeft Elmer letterlijk zijn woorden terug en laat hem zo nadenken over wat hij beweert. Welke aannames heeft hij? Wat bedoelt hij precies met ‘zorgvuldig’? Dit gaat helemaal niet meer over het oplossen van de racistische situatie, maar over hoe Elmer tot de conclusie van racisme is gekomen. Een conclusie die Elmer niet meer klakkeloos kan beamen, omdat hij zich nu afvraagt of hij in zijn oordeel over de situatie wel zorgvuldig genoeg was. Stel dat Elmer straks Zeynep tegen het lijf loopt in de kantine, dan zorgt dit besef voor een heel andere ontmoeting met zijn collega dan het eerste voorbeeldgesprek. Namelijk geen geklaag over zijn collega’s, maar een mogelijk gesprek over hoe je tot zorgvuldige conclusies komt!
Door: Ariane van Heijningen