We zitten in de omslag van een verzorgingsstaat naar een participatiemaatschappij. Mensen moeten meer zelf doen en meer samen doen. Vadertje Staat trekt zich terug en wil alleen nog maar het hoogst noodzakelijke doen.
Het spreekwoord ‘beter een goede buur dan een verre vriend’ wordt werkelijkheid. Nieuwe containerbegrippen als zelfregie, zelfredzaamheid en samenredzaamheid hebben hun intrede gedaan, maar moeten de komende jaren verder vorm en inhoud krijgen. Hard nodig want de overheid doet uit kostenoverwegingen steeds minder. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de organisatie van jeugdzorg, werk en inkomen en ouderenzorg. Deze drie ‘decentralisaties’ leiden tot een hoop bestuurlijke drukte, nieuwe wet- en regelgeving, grote verschuivingen in taken en verantwoordelijkheden en flinke bezuinigingen. Veel gemeenten worstelen met de vraag, hoe pakken we dit aan? Aan de andere kant nemen burgers en sociaal ondernemers steeds meer het heft zelf in handen. Nieuwe wijk- en burenhulpinitiatieven, samenwerkingsplatformen en online communities schieten als paddenstoelen uit de grond. Daarbij gaat het om zaken als elkaar helpen, delen, lenen, ruilen, weggeven en hergebruiken. De ‘deeleconomie’ heeft zijn intrede gedaan om duidelijk te maken dat er iets ‘nieuws’ aan het ontstaan is.