Topmensen van ondernemingen verdienen vaak gruwelijk veel geld. Zijn ze dat waard?
Vraag aan een willekeurige directeur waarom zijn onderneming zo goed presteert, en je krijgt waarschijnlijk te horen dat het komt door zijn geweldige strategie in combinatie met strakke uitvoering. Vraag aan Lars Sørensen, CEO van Novo Nordisk, waarom hij op nummer 1 staat van Harvard Business Review’s ranking van best presterende CEO’s ter wereld, en hij zegt: puur geluk. Zijn bescheidenheid is verfrissend – maar heeft hij ook gelijk?
It’s the industry, stupid
Er is al veel onderzoek gedaan naar de impact van CEO’s op de ondernemingen waar ze aan het roer staan, maar dat biedt geen uitsluitsel. Het ‘CEO-effect’ – het deel van de bedrijfsperformance dat kan worden toegeschreven aan de bijdrage van de CEO – varieert in de diverse studies van 2 tot 22%, al naar gelang de bedrijfstak. Waarmee dus op zich al vaststaat dat de CEO niet de belangrijkste driver is van het ondernemingssucces. De bedrijfstak en macro-economische factoren zijn veel belangrijker. Verkeerd uitgepakte keuzes van voorgangers helpen ook aanzienlijk: als je weet wat in elk geval niet werkt, heb je meer kans iets te gaan doen wat wel werkt. Het is sowieso duidelijk dat CEO’s niet komen waar ze zijn op basis van hun vermogens alleen. Anders zouden de directiekamers niet zo worden gedomineerd door witte mannen.
Lange mannen komen verder
Recent onderzoek geeft nog wat meer inzicht. Finse en Australische onderzoekers gebruikten data over dienstplichtigen van het Zweedse leger om mannen die CEO werden te vergelijken met mannen die dat niet werden. Uit de studie, getiteld Are CEOs Born Leaders? Lessons from Traits of a Million Individuals (2015), blijkt – het zal niet verrassen – dat CEO’s gemiddeld slimmer zijn dan de meeste mensen. De gemiddelde CEO van een grote onderneming in Zweden scoort qua ‘cognitieve bekwaamheid’ in de top-17%. CEO’s van grote ondernemingen scoren beter dan CEO’s van kleine ondernemingen en familiebedrijven – ze scoren echter niet veel hoger dan andere professionals, zoals artsen, advocaten en ingenieurs. Sterker: de lengte van een man (hoe langer, hoe meer kans), voorspelt bijna even goed – of liever: niet veel slechter – of hij CEO wordt als zijn cognitieve bekwaamheid.
CEO’s zijn dus getalenteerd, maar niet getalenteerder dan andere professionals en dan de executives die aan hen rapporteren. Geen enkele ‘CEO-eigen’ eigenschap is de hoofdreden dat een bedrijf slaagt of faalt. Geen misverstand: het is belangrijk wie de onderneming leidt, maar minder belangrijk dan de meeste mensen denken. De CEO van een succesvol bedrijf heeft vooral veel geluk.
Bron: Harvard Business Review, 16-11-2015 (bewerkt en vertaald door Management Trends)