Deze zeventiende editie van het Global Gender Gap Report laat zien dat wereldwijd de kloof tussen man en vrouw weer langzaam iets is afgenomen naar het niveau voorafgaand aan de Coronapandemie. Met name toegang tot onderwijs (96,1% van de kloof is gedicht) en gezondheidszorg en levensverwachting (95,9% van de kloof is gedicht) laten een snel herstel zien. Wat betreft politieke invloed is er sprake van een lichte stijging van de invloed van vrouwen (22,5% van de kloof is gedicht). De economische participatie en kansengelijkheid van vrouwen daarentegen (59,8% is gedicht) is echter wereldwijd afgenomen.
Nederland blijft steken
Nederland blijft dit jaar steken op een 28e plaats en laat in vergelijking tot onze buurlanden geen progressie zien in de emancipatie van vrouwen. In Nederland is 77,7% van de genderkloof gedicht, een toename van slechts 1% ten opzichte van vorig jaar. Nederland laat wel kleine verbeteringen zien op het gebied van economische participatie en politieke invloed, maar die vallen in het niet bij de meer grote stappen die de Scandinavische landen en onze buurlanden Duitsland en België maken. Professor Henk Volberda stelt daarom dat het emancipatiebeleid in Nederland de afgelopen drie jaar wel enigszins effect heeft gehad met een stijging van de 38e positie (2020), naar de 31e positie (2021) en de 28e positie (2022), maar dat de progressie in 2023 stokt. Nieuw emancipatiebeleid is nodig om Nederland in de top-10 te krijgen.
De zeven belangrijkste conclusies
- De genderkloof is terug op het niveau van 2020 (voor de Coronapandemie), maar zal pas in het jaartal 2154 volledig zijn opgeheven.
Wereldwijd bezien is de Genderkloof nu voor 68,6% gedicht, hetzelfde niveau als 2020. Als deze lijn zich voortzet zal het zeker nog 131 jaar duren voordat de ongelijkheid tussen beide seksen zal zijn opgeheven. In Latijns-Amerika zal de kloof in het huidige tempo binnen 53 jaar zijn opgelost, in Europa binnen 67 jaar en in de VS is de verwachting dat het 95 jaar gaat duren.
- Scandinavische landen domineren de top, maar onze buurlanden staan ook in de top-10
IJsland voert al voor de 14e keer op een rij de ranglijst aan met de relatief kleinste mate van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. In dit land is 91,2% van de ongelijkheidskloof gedicht. De top-3 bestaat verder uit Noorwegen (2e positie) en Finland (3e positie). Professor Volberda stelt “dat het opvallend is dat onze buurlanden wel in de top-10 staan. Duitsland is met 4 plaatsen gestegen naar de 6e plaats en België is met een stijging van 4 plaatsen op een 10e plaats binnengekomen. Kennelijk zijn onze buurlanden wel succesvol met een emancipatiebeleid dat vrouwen uitnodigt om sneller te participeren in het arbeidsproces, leidinggevende posities in te nemen en om meer politieke invloed uit te oefenen via posten in het parlement en regering”.
- Nederland blijft steken op de 28e plaats in de Wereldwijde Genderkloof Index
Nederland blijft dit jaar steken op een 28e plaats en laat in vergelijking tot onze buurlanden geen progressie zien in de emancipatie van vrouwen. In Nederland is 77,7% van de genderkloof gedicht, een toename van slechts 1% ten opzichte van vorig jaar. In ons buurland België is daarentegen de kloof met 79,6% gedicht, terwijl dat in buurland Duitsland zelfs 81,5% is. Professor Volberda stelt “dat onze buurlanden duidelijk meer progressie maken en prioriteit geven aan gelijke kansen van vrouwen ten opzichte van mannen als het gaat om de arbeidsmarkt en politieke invloed. Nederland laat hier wel kleine verbeteringen zien en is twee plaatsen gestegen op economische participatie en politieke invloed. Maar die vallen in het niet bij de meer grote stappen die andere landen maken.
- Representatie van vrouwen in leidinggevende functies is significant lager dan het percentage van vrouwen dat werkzaam is in een bepaalde sector
Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in sectoren zoals de zorgsector (64,8% vrouw), onderwijs (54,1%) en consumenten diensten (52,7%) en ondervertegenwoordigd in sectoren zoals logistiek en transport (30, 1%), Olie & Gas (23,1%) en Infrastructuur (22,9%). Toch zien we dat het gemiddelde percentage van vrouwen in leidinggevende posities aanzienlijk lager ligt (gemiddeld 32,4% in 2023). Professor Volberda: “Ook in sectoren waar in vrouwen oververtegenwoordigd zijn ligt het percentage vrouwen in leidinggevende positie bijna 10 procentpunt lager dan het percentage van vrouwen dat werkzaam is in deze sectoren (zie Figuur 4). Zo is 65% van de mensen die werken in de zorgsector vrouw, terwijl minder dan 50% van het aantal senior leidinggevende functies vervuld wordt door vrouwen.”
- Het pad van vrouwen naar leiderschap wordt gekenmerkt door een harde “terugval naar de top” effect met een intensiteit die varieert per sector.
Door de toegenomen instroom van hoogwaardig opgeleide vrouwen op de arbeidsmarkt is het zogenaamde “glazen plafond” effect afgenomen en stromen meer vrouwen door naar topposities. Maar toch zien we een harde “drop to the top” effect optreden in verschillende sectoren. Ook al is de aanwezigheid van vrouwen in startposities gemiddeld 46%, toch zien we dat hun aandeel daalt naar gemiddeld 25% als het gaat om C-suite functies. Voor de financiële sector, vastgoed, en ICT is deze terugval het sterkste. Voor de sectoren onderwijs en consumenten diensten is deze terugval juist veel minder. Het “Drop to the top” effect is met name sterk in snelgroeiende sectoren (science, technology, engineering, mathematics). Vrouwen vertegenwoordigen momenteel 29,4% van de startfuncties in STEM, maar voor leidinggevende functies op hoog niveau, zoals VP en C-Suite, daalt de vertegenwoordiging tot respectievelijk 17,8% en 12,4%.
- Daling van werving van vrouwen voor leiderschapsposities sinds medio 2022
Vanaf 2022 is er een duidelijke ommekeer in de groei van werving van vrouwen voor leiderschapsfuncties; het aandeel van vrouwen voor leidinggevende functies is afgenomen naar 28%.
Met name voor inschrijvingen in technologische vaardigheden (43,7% gelijkheid) en AI en big data (33,7% gelijkheid), die behoren tot de top 10 vaardigheden die naar verwachting zullen groeien, is er minder dan 50% gelijkheid en is de vooruitgang traag geweest. Niettemin is Professor Volberda hoopvol gestemd: “Wanneer vrouwen zich echter inschrijven, blijkt dat ze over het algemeen sneller de meeste niveaus van bekwaamheid behalen in alle onderzochte vaardigheidscategorieën, zoals cognitieve vaardigheden, managementvaardigheden, zelfeffectiviteit, samenwerken met anderen en ethiek, en technische vaardigheden, in vergelijking met mannen.”
Bron: World Economic Forum