Een vrouw als leidinggevende? Bijna de helft van de Nederlanders zit er nog altijd niet om te springen. Vier op de tien werknemers – mannen èn vrouwen – hebben nog altijd liever een man boven zich. Dat is een van de uitkomsten van de Randstad Werkmonitor, een periodiek onderzoek dat door Blauw Research wordt uitgevoerd.
40% heeft voorkeur voor een man
Het onderzoek wijst verder uit dat 40 procent van de werknemers een uitgesproken voorkeur heeft voor een man in de managers-positie. Niet iedereen lijkt het een goed idee om meer vrouwen in het hoger management op te nemen: slechts een minderheid (42 procent) van de werknemers vindt dat dit de prestaties van de organisatie ten goede komt.
Als het gaat over samenwerken op de werkvloer, blijkt een goede mix van mannen en vrouwen wel de voorkeur te hebben. Vier op de tien werknemers denken dat hun organisatie het beste presteert als de verhouding man/vrouw gelijk is.
De Werkmonitor laat ook zien hoe werkenden denken over de (wenselijkheid van) gelijke kansen op de werkvloer. Ruim een derde van de werknemers heeft het idee dat hun werkgever bij gelijke geschiktheid van de kandidaten eerder voor een man zou kiezen. Volgens de meerderheid (60 procent) van de werknemers houdt de werkgever geen rekening met de huidige verdeling van mannen en vrouwen binnen het hoger management.
Switchgedrag
Verder blijkt uit de Werkmonitor dat het switchgedrag van de Nederlandse werknemers even op pauze staat. Hoewel velen toe zijn aan verandering en ook wel kansen zien om van baan te veranderen, zitten de meeste werknemers liever de storm nog even uit bij hun huidige werkgever. Eén op de vijf werknemers kijkt op dit moment om zich heen. Werkend Nederland lijkt daarmee te hopen op het moment dat de dip minder dreigend wordt. In het onderzoek wordt dit gedrag vertaald in de Mobiliteitsindex. Deze index daalde vanaf een niveau van 96 in maart naar 90 in september.
De Werkmonitor brengt een interessante tegenstelling aan het licht tussen de interesse om te switchen en een daadwerkelijke overstap naar een andere baan of zelfs geheel ander werk. Werknemers staan meer dan een half jaar geleden open voor een nieuwe baan. Eén op de vijf werknemers kijkt om zich heen. En ook zeggen werknemers vertrouwen te hebben in de arbeidsmarkt (65 procent zegt daar ja op, tegen 61 procent bij een vorige meting).
Verder zijn veel werkenden minder enthousiast over hun huidige werkgever; slechts 25 procent is ‘zeer tevreden’, ten opzichte van 30 procent bij de vorige meting. De kans op ontslag in de komende maanden wordt lager ingeschat, van 27 naar 21 procent.
Toch even wachten
Hoewel al deze seinen op ‘groen’ staan, lijkt het veel werknemers veiliger om nog even te wachten met een daadwerkelijke switch. Slechts 17 procent van de werknemers acht het waarschijnlijk dat zij binnen nu en zes maanden bij een andere werkgever in een vergelijkbare functie gaan werken, een fikse terugloop ten opzichte van 22 procent bij een vorige meting. Slechts 12 procent denkt bij een andere baas in een nieuwe functie te gaan werken, eveneens duidelijk lager ten opzichte van enkele maanden geleden (16 procent).
De ‘blijf zitten waar je zit’ stemming van nu lijkt ook van toepassing te zijn bij de huidige werkgever. Slechts 12 procent van de werkenden verwacht binnenkort binnen het bedrijf een andere functie te bekleden, waar dit in het eerste kwartaal van 2011 nog 24 procent was.
Parttime werken
Voor het onderzoek werd ook gevraagd naar de houding ten aan zien van parttime werken. Iedere werknemer heeft het recht om korter te gaan werken, maar blijkens de Werkmonitor vinden lang niet alle werknemers dat hun werkgever parttime werken faciliteert. Parttime werken wordt door werknemers volgens het onderzoek amper als een belemmering voor de carrière gezien. Slechts een minderheid van de werknemers vindt dat parttime werken schadelijk is voor de carrièrekansen.
Bron: Randstad Werkmonitor