Van de integriteitsonderzoeken bij de overheid tot aan de Panamapapers … Het tornen aan integriteit is aan de orde van de dag. Hier twee voorbeelden uit de praktijk. Daaruit blijkt: een beetje integer bestaat niet.
Zomaar een twee voorbeelden van de afgelopen maanden. Beide van het Rijk. De Auditdienst van het Rijk trekt onlangs conclusies in een rapport dat minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) aan de Tweede Kamer aanbiedt. De bij de politie geldende regels voor het aannemen van geschenken en het ingaan op uitnodigingen, zijn niet bij alle agenten bekend en niet voor alle medewerkers helder.
Ongewenste contacten
Aanleiding voor het onderzoek waren Zembla-uitzendingen in 2014 en 2015 waaruit bleek dat er ‘ongewenste contacten’ hadden plaatsgevonden tussen ICT-leverancier Ordina en ambtenaren van onder meer de Nationale Politie. Zembla ging verder en repte over een sfeer van ‘smeren en fêteren’ om het gunnen van aanbestedingen te beïnvloeden. Het rapport beveelt onder meer aan dat binnen het politieapparaat meer over dilemma’s inzake integriteit wordt gesproken. Ook moet integriteit op een betere manier aan de orde komen in functionerings- en beoordelingsgesprekken.
Kortom, integriteit is geen eenmalige exercitie. ‘Een beetje integer bestaat niet’, zei toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales treffend in een lezing uit 1992. Minister Stef Blok van Wonen en de Rijksdienst herhaalde het onlangs in soortgelijke bewoordingen. Integriteit is geen rustig bezit. Vandaar dat Blok vorig jaar de Gedragscode Integriteit Rijk presenteerde. Hij constateerde ook: we zijn sinds Dales strenger geworden. Grijstinten bestaan nog en blijven bestaan, maar zijn minder aanwezig.