Consumenten zijn bereid om duurzame producten en duurzaam vervoer van producten naar winkels in de binnenstad te steunen, zelfs wanneer dit betekent dat ze meer moeten betalen voor producten. Maar dit geldt alleen als zij daartoe een morele verplichting voelen en de sociale druk niet te groot wordt.
Winkeliers en transporteurs willen een dergelijke duurzame vorm van stedelijke distributie, zoals Binnenstadservice in Nijmegen, steunen als het initiatief vertrouwenwekkend is, zonder financieel nadeel. Dit stelt Dianne Hofenk op basis van haar promotieonderzoek naar factoren die de steun voor duurzame initiatieven voor stedelijke distributie en detailhandel beïnvloeden. Zij promoveert op 19 oktober 2012 aan de Open Universiteit.Milieuproblemen
Het vervoer van goederen naar winkels in binnensteden veroorzaakt veel milieuproblemen. Regelmatig worden initiatieven genomen om de stedelijke distributie van goederen duurzaam te organiseren. Zo wordt in verschillende steden in Nederland gebruik gemaakt van de vervoersdiensten van Binnenstadservice om goederen vanaf een distributiepunt buiten de stad naar winkels te vervoeren. En draaide er in Amsterdam een pilot met een goederentram om producten naar winkels in de binnenstad te vervoeren. De ervaring leert echter dat dergelijke initiatieven vaak stranden door het ontbreken van voldoende steun van belanghebbenden als consumenten, winkeliers en transporteurs.
Morele verplichting
Dianne Hofenk onderzocht welke factoren de bereidheid van belanghebbenden om duurzame initiatieven voor stedelijke distributie en detailhandel te steunen, kunnen vergroten of juist belemmeren. Persoonlijke factoren zoals de eigen waarden en normen spelen daarin voor alle belanghebbenden een belangrijke rol. Zo neemt de bereidheid om een initiatief te steunen toe, naarmate het gevoel van morele verplichting groeit. Ook sociale factoren, zoals de mening van en druk vanuit de omgeving zijn bepalend. Voor consumenten geldt daarbij echter dat een te grote sociale druk kan leiden tot weerstand tegen het initiatief. Hofenk: ‘Er is een omslagpunt dat niet moet worden overschreden. Ter ondersteuning van marketingactiviteiten zou het goed zijn te onderzoeken waar dat omslagpunt precies ligt. Culturele factoren spelen daarbij ongetwijfeld een rol.'
Communicatie
Uit de onderzoeksresultaten volgt dat marketing en communicatie een belangrijke rol spelen in het succes van deze initiatieven. Om steun te krijgen van consumenten is het goed om de communicatie te richten op de effecten van hun winkelgedrag en hun verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid, concludeert Dianne Hofenk. In de communicatie met transporteurs en winkeliers moet vooral worden ingegaan op de noodzaak tot verandering, moet vertrouwen voor de organisatie van het initiatief worden gewekt en moet inzicht worden geboden in de voordelen voor de onderneming.
Over Dianne Hofenk
Dianne Hofenk (Voorst, 1983) behaalde haar master in Bedrijfswetenschappen in 2006 aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na haar studie liep ze stage in Kenia, waarna ze in 2007 begon aan haar promotie bij de faculteit Managementwetenschappen van de Open Universiteit. Tijdens haar promotie had ze tevens een nulaanstelling bij de Faculteit der Managementwetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze deed onderzoek binnen het TRANSUMO onderzoeksprogramma, presenteerde haar werk op verschillende internationale congressen en publiceerde in het Journal of Purchasing and Supply Management. Dianne werkt momenteel als docent in de Marketing and Consumer Behaviour Group van Wageningen University. De volledige titel van haar proefschrift luidt: Making a Better World. Carrier, retailer and consumer support for sustainibility initiatives in the context of urban distribution and retailing.
NIEUW: Schrijf zelf mee aan een grensverleggend managementboek: Zakendoen in de Nieuwe Economie.
Leestips
– Duurzaam Denken Doen. Inspiratieboek voor onze gezamenlijke toekomst
– Inleiding in maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen
– Praktijkboek supply chain management . Aanpak, concepten en modellen voor operational excellence.