In zijn nieuwste boek Werken aan de WEconomy gaat hoogleraar duurzaam ondernemen Jan Jonker verder waar hij met Duurzaam Denken Doen was gebleven. De ontwikkeling en organisatie van duurzaamheid blijft het voornaamste thema, maar nu in de volgende versnelling: van lineair naar circulair produceren.
Noodzaak
Waar voorheen duurzaamheid in bedrijven en organisaties vooral werd gezien als een kostenverhogende factor in de bedrijfsvoering, staat de noodzaak ervan de laatste tijd nauwelijks meer ter discussie. Sterker nog: er is een duidelijke kentering te zien. Zo wil een multinational als Unilever de voetafdruk van zijn producten in 2020 gehalveerd hebben, en zijn er ook in het midden- en kleinbedrijf vergelijkbare acties en inzichten te bespeuren. De auteurs noemen dit de omschakeling van een lineaire economie (producten maken, gebruiken en afdanken) naar een circulaire economie (producten maken, gebruiken en hergebruiken). Dat vraagt om een andere manier van organiseren, en die heeft nogal wat consequenties. Het vervangen van individuele waarden door collectieve vergt denken in ketens, collectieve waardecreatie, delen van kennis en ideeën, rekening houden met de gevolgen van je eigen handelen enzovoort. Begrippen als concurrentie, winst, productie en consumptie komen daardoor in een heel ander licht te staan.Verbinden
‘Bezint eer ge begint’ luidt het aloude gezegde, dat ook voor veel ondernemers gold. Jonker en zijn mede-auteurs stellen daar een nieuw motto voor in de plaats: ‘Verbindt eer ge bezint en bezin u samen’. Met andere woorden: duurzame ontwikkeling is een interactief proces, waarin het draait om innovatieve vormen van samenwerking, en dat van alle betrokkenen energie, inspiratie, tijd en geld vraagt. De titel van het boek en van verschillende hoofdstukken (‘op zoek naar samenspel’, ‘met lef en geduld mensen verbinden’) verwijzen daar ook naar, net als de vele voorbeelden uit de praktijk. Op termijn moet die verbinding uitmonden in een coöperatieve vorm van organiseren, met duurzaamheid en leefbaarheid als doel.Zeven transitieprincipes
Aan het eind van het boek staan zeven principes die een transitie van de lineaire naar de circulaire economie ondersteunen:- Meervoudige waardecreatie Deze gaat uit van een ander, genuanceerder winstbegrip waarin niet alleen het financiële resultaat van een onderneming een plaats heeft, maar ook het oplossen van ecologische en sociale problemen.
- De vervuiler betaalt Heffingssystemen functioneren zodanig dat achterblijvers bijdragen aan de inspanningen en risico’s van de voorhoede.
- Een hernieuwde balans tussen lokaal en globaal Als globale beslissingen invloed hebben op wat zich lokaal afspeelt, moet de lokale gemeenschap er ook invloed op kunnen uitoefenen.
- Toegang is belangrijker dan bezit Voorbeeld: iedereen moet zich kunnen verplaatsen, maar niet iedereen hoeft een auto te hebben.
- Cyclisch gebruik van grondstoffen over korte afstanden Gebouwen, wasmachines en auto’s krijgen een ‘materiaalpaspoort’.
- Gezamenlijk innoveren Bedrijven en ketens zijn op elkaar aangewezen: het afval van de een is de grondstof van de ander. Eigen R&D-afdelingen moeten gaan samenwerken met die van andere bedrijven, zodat kennisuitwisseling wordt versneld.
- Vrijheid om verantwoord te handelen De overheid moet zo weinig mogelijk sturen en zoveel mogelijk ambitieuze doelen en kaders aangeven, zodat burgers de ruimte krijgen om verantwoord te handelen.