Beste Leike,
Jij bent, terug uit Rome, alweer aan het werk. Ik zit inmiddels weer op mijn bootje. We zijn door allerlei gedoetjes wat later gestart dan het plan was, dus hebben we het vaardoel ‘Via binnenwateren naar Berlijn en het merengebied’ omgebogen naar ‘Duitsland’. Dan hebben we het doel snel bereikt en laten we ons verder leiden door het weer, ons humeur en suggesties die andere schippers ons doen over waar het mooi of leuk is. Zo kwamen we, op weg naar Bremen, terecht in de buitengewoon vriendelijke, lossige universiteitsstad Oldenburg. Daar raakten we aan de praat met mensen die veel in Duitsland varen en er de weg kennen. Volgens hen moesten we ook Bremerhaven zien.
Bremerhaven ligt aan de monding van de Weser en aan de Noordzee; een serieuze zeehaven met heel grote schepen. Om daarheen te varen vanuit het binnenland moet je niet alleen weten dat je de stroming van de rivier mee hebt, maar moet je ook op het tij letten. Eb en vloed komen tientallen kilometers het land in. De kracht daarvan kan vele kilometers per uur zijn en op het water is dat heel veel.
Het zou om 11.15 uur laagwater in Bremerhaven zijn, dus we moesten zorgen er te zijn voor de opkomende vloed een tegenstroom zou geven. Dat betekende vertrekken met hoogwater in Oldenburg. En we moesten rekening houden met de spoorbrug bij Oldenburg. Om daar onderdoor te varen, moet het water juist niet te hoog staan. Een goed vaarplan betekent dus flink rekenen. Onze berekening: als we om zeven uur vertrekken is de brug net te doen en komen we ongeveer rond kwart over elf in Bremerhaven aan.
Het mooie is, dat lukte allemaal precies. We voeren met stroom en tij mee in grote snelheid de Weser af en kwamen mooi op tijd op de bestemming. Maar voor je de haven in kunt moet je door een sluisje. Je moet dan buitengaats wachten tot de sluis je kan schutten.
Daar lagen we. Het was doodtij: het water is op zijn laagste punt, eb is voorbij en vloed is nog niet begonnen. Maar ondertussen stroomt de rivier gewoon door en de zeewind blies met windkracht 4 de bovenstroom de andere kant op. Die tegengestelde krachten leiden tot vrij hoge korte golfslag en onvoorspelbare stromingen. De stabiele werkzaamheid van een eb- of vloedstroom maakt plaats voor een vrij spel van wind, stroming in een rommelig delta-achtig rivierbed. Ondertussen komen zeeschepen langs met een forse zuigkracht en boeggolf en loodsboten die met hoge snelheid ook veel water verplaatsen. Zulk water hanteer je normaal het beste door koersvast enige snelheid te houden zodat je kunt anticiperen op wat zich voordoet. Maar als je voor de sluis moet wachten kun je alleen maar zo manoeuvreren dat je de golven zoveel mogelijk op de kop neemt om nog enig comfort en bestuurbaarheid over te houden. Dus improviseer je met heel goed kijken naar wat het water doet, en dan veel sturen en beetjes gasgeven in vooruit of achteruit.
Diezelfde dag kreeg ik toevallig een mailtje van een collega. Hij sprak daarin zijn zorgen uit over de wereld waarin we terecht zijn gekomen. Een stapeling van crises en de toenemende onwaarschijnlijkheid dat we die als mensen de baas kunnen.
Ik zag opeens de overeenkomst met mijn geklooi voor de sluis met al die ongerichte, onvoorspelbare en duistere krachten onder de oppervlakte. De hoofdstroom waarop we als samenleving voeren (fossiel, neoliberale markten, hyperindividualisering, Amerika als grote broer, etc.) is uitgewerkt en het is niet duidelijk wat een nieuwe hoofdstroom zal zijn. Tot die tijd hannesen we in verwarring en zoeken we naar mogelijkheden om al die golven, die als incident op ons afkomen, het hoofd te bieden. De politieke leiding reageert met een defensieve mengeling van oude antwoorden, rondjes draaien en uitstellen.
Maar deze week zag ik een lichtpuntje. Een minister van stikstof die de koe bij de hoorns vat en een doortastend beleid in de steigers lijkt te zetten. Waar nodig tegen de keer in. Een stoere vrouw die de kwetsbaarheid van haar blote voeten weet in te zetten tegen ruw trekkervolk. Zou dit het begin zijn van dingen echt aanpakken waar jarenlang van is weggekeken? Dat het dode tij weer levend wordt?
Vandaag gaan we weer terug richting Bremen. Met opkomende vloed naar buiten en dan mee met de stroom. Bestaande krachten goed gebruiken en oppassen voor die grote schepen.
Groet, Jaap
Veranderkundigen Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde. Daarnaast schrijven ze elkaar brieven. Hun nieuwste boek is: Onmacht >>>