Een volle mailbox, het gevoel dat iedereen wat van je wil en amper tijd om je koffiemok bij te vullen als je van meeting naar meeting vliegt. Je herkent het vast wel; op elke werkvloer is bij tijd en wijle sprake van hoge druk en werkstress. Vanzelfsprekend is het voor jou als leidinggevende dan zaak om te kijken naar factoren die stress veroorzaken en deze aan te pakken. Maar stressoren liggen in een weegschaal met energiegevers, oftewel buffers die maken dat je emmer minder snel overloopt. Deze twee moeten in balans zijn. Dat klinkt logisch, maar die andere kant van de weegschaal wordt regelmatig verwaarloosd bij het aanpakken van werkstress. Wat is nu een beter moment om hier bij stil te staan, dan tijdens de Week van de Werkstress? En laat het thema dit jaar nu (ver)binding zijn, één van de belangrijkste energiegevers op werkvloeren.
Fun-elementen
Waar haal je energie uit in je werk? In het kader van het aanpakken van werkstress, is het antwoord op deze vraag net zo belangrijk als vaststellen waar iemand stress van krijgt. Voor de meeste mensen zijn energiegevers dingen die ze leuk vinden om te doen en waarbij ze in hun kracht staan. Dat verschilt dus enorm per persoon. Zo zijn autonomie en ruimte krijgen voor zelfontwikkeling veelvoorkomende ‘fun’-elementen, maar ook het behalen van resultaten kan energie geven. Deze factoren zijn voor mensen doorgaans moeilijker te benoemen dan factoren waar je stress van krijgt. Iemands energiebronnen boven tafel krijgen, vraagt dus om een goed gesprek.
Collegialiteit
Een energiebron die ik regelmatig hoor binnen organisaties, is de relatie met collega’s of de onderlinge verbinding op de werkvloer. Verbinding met collega’s brengt gezelligheid, humor en het gevoel dat je bij mensen terecht kunt als er iets is. Maar het mes snijdt aan twee kanten. Voldoende verbinding is ook heel belangrijk voor de interne bedrijfscultuur. Als je collega’s beter kent, kun je ook beter inschatten wanneer iets een grapje is en wat iemand wel en niet kan waarderen. Je weet hoe je elkaar op een prettige manier feedback kunt geven en je kunt je beter verplaatsen in de ander. Oftewel, je kent je collega’s en weet hoe je ze moet interpreteren. En dat is nodig voor een veilige werksfeer. Als er te weinig verbinding is, ontstaat het risico dat mensen grapjes van elkaar verkeerd interpreteren of opmerkingen eerder als ongepast bestempelen. In zo’n situatie kan verbinding snel omslaan van nummer één energiegever, naar stressor.
Actief verbinden
Het is belangrijk om energiebronnen zoveel mogelijk te laten terugkomen of prioriteit te geven in het dagelijkse werk. Als het om verbinding gaat, kan dit vanzelf en op natuurlijk wijze gebeuren, zolang mensen zich maar vaak genoeg op dezelfde locatie bevinden. Maar dat is precies wat de afgelopen jaren onder druk is komen te staan. Mensen werken meer thuis of vanaf remote locaties. Om nog maar niet te spreken over internationale organisaties of organisaties die standaard met een buitendienst werken. Hoe behoud je dan die verbinding en collegialiteit? Zéker als het energiegevers van mensen zijn? Dat vereist creativiteit en dus een actieve rol van jou als leidinggevende. Er moet iets anders in de plaats komen voor de spontane gesprekken bij het koffieapparaat om verbinding te behouden. Denk bijvoorbeeld aan online weekstarters of -afsluiters, het online vieren van successen of online borrels. Met andere woorden, zorg voor informaliteit en waak ervoor dat elk contactmoment tussen collega’s puur zakelijk wordt.
Laten doorwegen
Het mag dan wel de Week van de Werkstress zijn, werkstress helemaal uitroeien is een utopie. Er is altijd wel iets op de werkvloer dat frictie of wrijving veroorzaakt en de druk laat oplopen. Dat is niet per se erg. Er ontstaan problemen als er voor langere tijd sprake is van stress of overbelasting. Én als er disbalans is tussen stressoren en energiegevers. Dus kijk vooral ook naar de andere kant van de weegschaal; naar de dingen die op de werkvloer energie geven. Laat dit voldoende terugkomen in iemands werkzaamheden. Hoe meer energiegevers je immers in de weegschaal legt, hoe minder zwaar de stressoren worden.
Door: Wendy Schmitz, arbeids- en organisatiedeskundige bij de Arbodienst