Wat is uitdagender dan onder de huidige omstandigheden bezig te zijn met strategische planning? Proberen we te overleven of spelen we in op de razendsnelle ontwikkelingen die op ons afkomen? Nodig is een koele, afstandelijke benadering van alle informatie die voor de toekomst van het bedrijf relevant is: kennis van de technologische ontwikkelingen in de sector, gegevens over consumentengedrag, arbeidsmarkt, politieke en overheidsbeleid. Begrippen als wenselijk en onwenselijk zijn in dit verband niet relevant. Een bedrijf kan de toekomst zelden of nooit veranderen. De toekomst heeft een eigen agenda. Deze agenda kun je proberen te ontdekken en met de verworven kennis kun je strategische beslissingen nemen. Als het moet, breek je met de succesvolle activiteiten van het verleden.
In hectische tijden blijken succesvolle bedrijven grote moeite te hebben om hun positie te consolideren. Het faillissement van Kodak in 2012 is een voorbeeld. Dit bedrijf met eens een beurswaarde van € 25 miljard, zag de komst van de digitale camera op tijd aankomen. De eerste patenten en de eerste prototypen staan op naam van Kodak. Maar de beleidsmakers van het bedrijf wilden de bestaande omzet van de filmrolletjes niet kannibaliseren. Valt Kodak iets te verwijten als in de meeste bedrijven op dezelfde manier gehandeld wordt? Met de algemeen verwachte versnelling van het innovatietempo in het bedrijfsleven zal steeds vaker worden gezocht naar methoden om niet te laten gebeuren wat Kodak overkwam. Een goede aanpak van het strategisch proces is kiezen voor wat zero based strategy mag worden genoemd. Dit in navolging van zero based budgetting, een poging om in het jaarlijks planproces niet uit te gaan van afwijkingen ten opzichte van de cijfers uit het verleden maar van een inschatting van ontwikkelingen zonder referentie naar historische cijfers. In dit artikel wordt een beschrijving gegeven van dit strategisch planproces waarmee een organisatie haar koers onder turbulente omstandigheden kan bepalen. Een onvermijdelijke paradigmaverandering kondigt zich aan.
Het strategische planproces begint met het verkennen van de zogenoemde strategische ruimte. Hierin bevindt zich de informatie die voor de toekomst van de organisatie van belang is. In de eerste plaats gaat het om informatie met betrekking tot de technologie die invloed heeft op het product van het bedrijf en op de afzetketen ervan. Wie in een snel veranderende markt opereert, heeft wellicht te maken met ontwikkelingen op het gebied van ICT. Mogelijk ook met duurzame energie of met genetica.
ICT is de grote motor achter de economische ontwikkeling van de laatste veertig jaar. Duurzame energie tast de rust op de energiemarkt aan en genetica zal in de komende decennia de gezondheidszorg drastisch veranderen. Deze belangrijke technologische trends spelen in op de culturele behoeften van de mens. Communicatie voorziet in de behoefte aan sociale contacten, duurzame energie draagt bij aan de zorg voor het klimaat, en de genetica biedt uitzicht op betere gezondheidszorg. Deze ontwikkelingen zijn alle internationaal van aard, ze houden niet op bij landsgrenzen en zijn niet afhankelijk van economische of politieke systemen.
Veel ontwikkelingen laten zich niet sturen. Dat betekent dat zich ook nieuwe mogelijkheden kunnen aandienen die niet iedereen op prijs stelt. De futuroloog Ray Kurzweil geeft in zijn nieuwe boek How to Create a Mind aan dat de huidige iPhone met verwijzing naar de Wet van Moore binnen dertig jaar de omvang heeft van een bloedcel. Deze bloedcel, die hij in zijn voordrachten brain extender noemt, kan dan hetzelfde als de mobiele telefoon nu. Het gevolg hiervan is dat mensen computers in hun hoofd kunnen hebben die verbonden zijn met de Cloud. Op deze wijze kunnen mensen op een nieuwe manier anderen herkennen, communiceren, leren en onthouden. Kurzweil formuleert hiermee een uitdagende ontwikkeling waarop – zo lijkt het – in februari 2013 toenmalig president Obama reageerde met de bekendmaking van een onderzoeksbudget van 100 miljoen dollar voor hersenonderzoek.
Een ander voorbeeld: het is een onvermijdelijke ontwikkeling dat robots steeds meer menselijke arbeid overnemen. De gedachte dat economische groei niet samengaat met het creëren van arbeidsplaatsen, is nog geen gemeengoed. Toch is het realistisch te veronderstellen dat we op termijn minder uren werken en er meer vrije tijd ontstaat. Voor de één betekent dit verlies aan sociale contacten, voor de ander meer mogelijkheden om zich te ontplooien. Het vooruitzicht van een post-materiële samenleving is robuust en tegelijkertijd in verschillende culturen uitermate controversieel.