Het journalistieke platform De Correspondent tart alle wetten in de krantenwereld. Oprichter en hoofdredacteur Rob Wijnberg: ‘We maken iets dat waarde heeft, vragen er een redelijke prijs voor en zorgen dat we minder geld uitgeven dan we binnenkrijgen.’
Door: Paul Groothengel Traditionele journalisten die bij De Correspondent aan de slag gaan, weten niet wat hen overkomt. Eerst wat mensen bellen, dan rustig een stukje tikken en afwachten of er ooit nog iemand op reageert? Vergeet het maar. Een journalist is bij De Correspondent geen journalist, maar ‘gespreksleider’. ‘Je bedenkt een onderwerp, pitcht dat eerst bij kritische collega’s, die lang niet alle voorstellen goedkeuren. Vervolgens plaats je een oproep aan lezers. Zodat je met hen in dialoog kunt gaan, vraagt wat zij weten en willen weten, en waar mogelijk gebruik maakt van hun kennis’, zegt oprichter en hoofdredacteur Rob Wijnberg (foto). Na een publicatie van de tussenstand, kom je als ‘Correspondent’ uiteindelijk tot een verhaal dat in co-productie met de lezers tot stand is gekomen. Waarbij je en passant een kennisnetwerk opbouwt met je lezers. Toen De Correspondent begon, waren er sollicitanten die opzagen tegen deze extra taken: reageren op verschillende platforms, altijd bereikbaar zijn voor commentaar, je laten bijsturen door lezers. Zo zou er toch geen tijd meer zijn om te schrijven? ‘Ik zeg dan altijd: maar dat ís je werk. De helft van de tijd van onze correspondenten gaat op aan procesjournalistiek: interactie met leden en iets doen met de vruchten daarvan’, zegt Rob Wijnberg glimlachend. Kwaliteit zonder advertenties Wijnberg heeft met De Correspondent het traditonele businessmodel van kranten op spectaculaire wijze op z’n kop gezet. Afhankelijk zijn van advertenties? Van branded content op redactionele pagina’s? Van hijgerige aandeelhouders die snel rendement willen zien? De Correspondent bewijst dat dat echt niet hoeft. Als je maar kwaliteit biedt. En ja, een goedgelezen krant (Wijnberg spreekt liever van een platform dan van een krant of medium) maken met nul euro vreemd vermogen, dat kan dus toch. Filosoof en journalist Wijnberg, 34 inmiddels, begon in 2001 met een column in De Telegraaf. Daarna schreef hij columns en essays voor onder andere De Groene Amsterdammer, NRC Handelsblad en nrc.next. Tussendoor publiceerde hij meerdere boeken (ondermeer met filosofe Stine Jensen) en essaybundels. In 2010 werd Wijnberg hoofdredacteur van nrc.next; de oplage van het ochtendblad steeg tijdens zijn hoofdredacteurschap, maar hij kreeg tot zijn frustratie niet de ruimte om zijn plannen voor een online krant uit te voeren. Waarom niet? Wijnberg: ‘Zo’n krant is toch een bastion, een trage olietanker. Heeft pakweg 300 medewerkers op de loonlijst en een cao waaraan je je hebt te houden. Maar echte verandering is per definitie zeer risicovol. En je weet niet op voorhand of en zo ja wanneer je winst gaat maken. Nou, eenmaal op dat punt beland, haken traditionele organisaties vrijwel altijd af.’ Hij is aanhanger van de theorie van de ‘creatieve destructie’ van Joseph Schumpeter: ‘De kernvraag is: hoe maken wij ons businessmodel kapot, en hoe vervangen we het vervolgens voor iets beters?’ Wijnbergs credo is dat je desnoods maar beter ten onder kunt gaan aan je eigen vernieuwing dan aan stilzitten. Miljoen snel binnen Toen hij bij NRC geen kans kreeg voor een initiatief à la De Correspondent, dacht Wijnberg: dan doe ik het zelf. Hij vertrok in 2012 bij nrc.next en lanceerde een paar maanden later, samen met Harald Dunnink en Sebastian Kersten van creatief bureau Momkai en uitgever Ernst-Jan Pfauth, het online journalistieke platform De Correspondent. Voor de start daarvan was ongeveer een miljoen euro nodig, dachten de jonge ondernemers. Via crowdfunding was dat miljoen binnen een week binnen. ‘Dat was ongelooflijk knap, want we hadden nog helemaal niets: geen website, geen artikelen, geen platform, niks.’ Wijnberg kon alleen schermen met de namen van een aantal bekende journalisten. Drie jaar later draait De Correspondent uitstekend, en is het platform gestaag gegroeid tot 47.000 leden. Uitgevers van alle grote kranten zijn al langs geweest bij Wijnberg, met de vraag of hij interesse had in ‘een samenwerking’. Dat moeten zoete momenten voor hem zijn geweest. Nieuws gratis en inwisselbaar Traditionele kranten staan al jaren onder zware druk, maar wezenlijk veranderen doen ze niet, beaamt Wijnberg: ‘Hooguit cosmetisch. Maar men denkt niet na: is wat wij doen, eigenlijk nog wel relevant? Nieuwsvoorziening is sowieso niet meer de functie van een krant. Een krant is altijd te traag. En je wint het nooit van gratis media als nu.nl. Nieuws is generiek, inwisselbaar, gratis en snel verouderd.’ Een krantenartikel van nu is grosso modo precies hetzelfde als veertig jaar geleden, vervolgt Wijnberg: ‘En als je zo’n traditioneel artikel online zet en er een filmpje bij doet, is dat nog niet bepaald innovatief. Terwijl de wereld, het medialandschap en consumenten ondertussen gigantisch zijn veranderd. De jongere generatie van nu denkt: als ik alle films en muziek kan krijgen voor 10 euro per maand, waarom zou ik dan een abonnement op één krant nemen voor 35 euro per maand? Dat is toch niet meer in verhouding?’ Bij De Correspondent word je geen abonnee maar lid, voor een luttele 60 euro per jaar. Gevraagd naar zijn businessmodel, moet Wijnberg glimlachen: ‘Dat is in wezen heel simpel. We maken iets dat waarde heeft, vragen er een redelijke prijs voor en zorgen dat we minder geld uitgeven dan we binnenkrijgen. Dan heb je een heel gezond businessmodel.’ Eventuele winst steekt De Correspondent in innovatie (vooral van het platform) en extra mankracht: ‘We begonnen met dertien correspondenten, maar zitten nu op een man of 45. Het gaat gelukkig goed maar we houden wel vast aan ons Manifest: onze idealen staan centraal in alles wat we doen.’- Rob Wijnberg is spreker op het Jaarcongres Verandermanagement