Niet blind staren op de energieakkoorden.
Op dit moment staat verduurzaming van steden volop in de belangstelling. De meeste nadruk ligt daarbij op energie. Diverse lokale, nationale en internationale energieakkoorden zetten in op een lagere energieconsumptie en vergroening van de energieproductie. Toch is deze beperkte blik op verduurzaming met het oog op een nieuwe circulaire economie van morgen niet verstandig. Er is een bredere blik nodig op duurzaamheid vanuit de realiteit dat duurzaamheid een grote impact zal hebben op alle bedrijfstakken en burgers.
Grote ambities met duurzaamheid
Wie duurzaamheid zegt, zegt energie. En dat is op dit moment de voornaamste focus van de meeste duurzaamheidsinspanningen: het besparen van energie (bijv. door woning-isolatie en zuinigere apparaten), het hergebruik van energie (bijv. uit afvalwater), en een schonere opwekking (bijv. door windmolens en zonnepanelen). Deze doelstellingen komen terug in enkele grote convenanten zoals het Nationale Energieakkoord en enkele regionale Energieakkoorden (o.a. in Brabant) waarin overheden, bedrijven en maatschappelijke groeperingen afspraken maken over hun rol in het realiseren van energie-ambities. Deze zullen grote gevolgen hebben voor de inrichting van het landschap: zo wordt een verdrievoudiging van het aantal windmolens op land en op zee voorzien in slechts enkele jaren tijd. Daarnaast wordt ingezet op het verduurzamen van nieuwe en oude woningen en het plaatsen van zonnepanalen op talloze daken van bedrijven en burgers. Al deze inspanningen zijn hard nodig om onze huidige verslaving van fossiele brandstoffen af te bouwen.
Circulaire stad is meer dan alleen energiezuinig
Toch gaat duurzaamheid en de circulaire economie over veel meer dan energie. De circulaire stad, ‘cirkelstad’, is niet zozeer een stad die niet of nauwelijks energie gebruikt, maar een stad waarin zoveel mogelijk processen circulair zijn en daarmee voor lange tijd houdbaar zijn. In de circulaire stad komen verschillende toekomstbestendige elementen samen:
Slim: gebruikt de nieuwste technieken, zoals draadloze sensornetwerken en big data, om optimaal te kunnen functioneren, processen in de stad op elkaar te kunnen afstemmen, en beter te kunnen plannen.
Zelfvoorzienend: is in staat om in eigen behoeften te voorzien met lokale productie van energie, producten en diensten dicht bij consumptie. Afval wordt hergebruikt, is grondstof en zoveel mogelijk hernieuwbaar en dient beschikbaar te zijn voor lokale productie.
Economisch duurzaam: er is sprake van voldoende schaal, samenwerking en concurrentie, en levensvatbare verdienmodellen en kansen voor ondernemers zodat de groene economie niet op alleen subsidie hoeft te draaien.
Participatief: er is voldoende ruimte voor inbreng van burgers, beslissingen en keuzes die worden gelegitimeerd door een vorm van lokale democratische besluitvorming en lokaal draagvlak.
Gezond: heeft een gezonde leefomgeving waarin mensen ook gelukkig kunnen zijn, zich kunnen ontplooien, zichzelf kunnen zijn.
Deze bredere blik op duurzaamheid laat zien dat de circulaire economie veel meer bedrijfstakken (bijv. ook de high-techindustrie, landbouw, gezondheidszorg, mobiliteit) en delen van de samenleving raakt. Dat betekent dat veel meer stakeholders betrokken moeten en kunnen worden met als kans dat er veel meer ‘energie’ vrijgemaakt kan worden dan nu gebeurt bij de nadruk op energie.
Bredere blik nodig
De ruimte van steden is in toenemende mate schaars, de druk op de stad neemt nog steeds toe. Veel functies, van wonen, werken, produceren, mobiliteit tot recreëren moeten worden verenigd op een klein oppervlak. Grondstoffen, een gezond leefklimaat, energieproductie kunnen allemaal ingrijpende invloed hebben op de inrichting van de stad en dus op de manier waarop burgers wonen, werken en zich (mogen) gedragen. Een bredere blik op een circulaire stad is nodig omdat alle vijf hiervoor genoemde elementen van zo’n stad op elkaar ingrijpen en samen bepalend zijn voor de inrichting van de ruimte.
Zo doet biomassa een relatief groot beslag op de ruimte, die ten koste gaat van andere functies, zoals wonen, recreëren en veeteelt, maar tegelijkertijd draagt het wel bij aan een veel zuiverdere lucht. De huidige nadruk op windenergie kan op de langere termijn nadelig zijn, kijkend naar bijvoorbeeld de stabiliteit van het energienetwerk, die cruciaal is voor bijvoorbeeld slimme mobiliteit (zelfrijdende auto’s die niet botsen). Een grote inzet op zonne-energie kan leiden tot een grote afhankelijkheid van bepaalde grondstoffen (zoals die van accu’s voor de opslag van energie en de elektronica), waarbij over enkele decennia tekorten kunnen ontstaan. Energie uit afval kan onrendabel zijn totdat gekeken wordt naar een breder plaatje van het vervoeren, verwerken en de invloed van verbranden op de luchtkwaliteit. Energiebesparing brengt kosten met zich mee, terwijl sommigen verwachten dat er in de toekomst een overschot aan energie zal zijn, mede door de toenemende efficiency van zonnepanelen.
Geen business as usual
Natuurlijk, de bestaande focus op energiereductie is zeker waardevol en belangrijk en zorgt ervoor dat er tenminste iets gedaan wordt. Toch lijkt deze vooral ingegeven door de belangen van gevestigde polderpartijen: met de huidige voorstellen voor energiereductie blijven de reducties binnen hun comfortzone en betekenen de reducties vaak besparingen die hun huidige businessmodellen grotendeels in tact laten. Terwijl we weten dat de circulaire economie om nieuwe modellen zal vragen en nieuwe machtsverhoudingen met zich mee gaat brengen. En een ander gedrag van burgers gaat vragen. Bestaande partijen zijn traditioneel slecht in vernieuwing en in het ontwrichten van de eigen organisatie.
Bij energie wordt bovendien veel gekeken naar grootschalige centrale energieopwekking, in plaats van kleinschalige, niet op het elektriciteitsnetwerk aangesloten opwekking.
Zeker nu in de toekomst energie- en datanetwerken gaan fuseren, wordt die bredere blik noodzakelijk. Al was het ook maar om een businesscase rond te maken. Denk aan de grote investeringen die nodig zijn in energie-grids, die alleen rendabel zijn wanneer gekeken wordt naar de mogelijkheden die elektrische auto’s, zonnepanelen en op data gebaseerde diensten kunnen opleveren. Zie ook de impact van de elektrische auto, waarin steeds meer bedrijven belangstelling tonen; na Tesla ook Google en Apple.
Later geen spijt
Keuzes voor het één beïnvloeden het andere. Vanuit een bredere blik kunnen bepaalde initiatieven boven komen drijven die op meerdere fronten scoren, ten opzichte van lucratieve subsidieprojecten die op korte termijn slechts een deelgebied aanpakken. Bij al deze keuzes en veranderingen is bovendien draagvlak nodig bij burgers en bedrijven: iedereen zal moeten wennen. Ook met dat draagvlak moeten we zuinig omspringen, het is niet onbegrensd.
Laten we dus, hoe belangrijk ook, ons niet alleen blind staren op energieakkoorden, maar vanuit een ruimere invulling van het begrip duurzaamheid verder praten en nadenken over de inrichting van de toekomstige stad. Amsterdam en Rotterdam zijn in dat opzicht al voortvarend bezig met het in kaart brengen van de vele kringlopen in de stad maar lang niet iedereen is al zo ver.
Zo maken we bovendien de kans kleiner dat we later spijt krijgen van de keuzes die we nu in alle vaart en met alle geweld en soms met veel pijn en moeite aan het maken zijn.
Maurits Kreijveld, wisdomofthecrowd.nl, eerder gepubliceerd op Marketingfacts.