In de psychologische benadering lijkt het alsof er steeds sprake is van een situatie waarin een individu zelfstandig kan beslissen. De praktijk wijst uit dat besluitvorming een proces is waarbij het individuele gedrag (emoties, verwachtingen, interpretatie van informatie) beïnvloed wordt door het gedrag van anderen.
We spreken in dit verband over ‘sociologische effecten’ die we aan een specifieke groep of organisatie kunnen toeschrijven. Van der Heijden (2002) onderkent diverse krachten op groepsniveau, die belangrijke denkfouten in de besluitvorming in de hand werken. Hierna volgen enkele voorbeelden.
Abilene-paradox
De Abilene-paradox komt uit de communicatieleer en beschrijft een situatie van een gezin dat al geruime tijd niets gemeenschappelijk heeft ondernomen. Om dit te veranderen stelt de vader van het gezin voor om met z’n allen op een warme zondagmiddag en ondanks dat zijn favoriete voetbalteam dan een wedstrijd speelt, de plaats Abilene te bezoeken.
De moeder van het gezin realiseert zich dat dit initiatief uit een goed hart komt en stemt toe, hoewel ze eigenlijk geen zin heeft om Abilene te bezoeken en liever een dag naar een pretpark gaat. Het gevolg is dat vader, moeder en de kinderen die middag afreizen naar Abilene, zonder dat iemand die trip graag wil maken.
Binnen organisaties komen dergelijke situaties ook met regelmaat voor. Er worden keuzes gemaakt en beslissingen genomen die eigenlijk niemand echt wil, alleen maar omdat iedereen zwijgt. Dit zwijgen wordt ingegeven doordat mensen conflict niet opzoeken, geen spelbreker willen zijn of omdat niemand naar hun mening vraagt.
Groepsdenken
Groepsdenken heeft betrekking op de druk van een groep op een individu ten aanzien van het aandragen of bekritiseren van ideeën die afwijken van gedachtelijnen van het collectief. In geval van groepsdenken heerst de dwangmatige gedachte dat alle neuzen dezelfde kant op moeten staan. Kritiek of afwijkende ideeën worden gezien als een bedreiging voor de slagvaardigheid van het team.
We merken hierbij op dat groepsdenken ook kan ontstaan als de groep zich terdege van zijn dwaling bewust is. Dit risico doet zich vooral voor als de groep bestaat uit mensen met een homogene achtergrond. Deze mensen denken vaak hetzelfde waardoor, ongewild, de uitkomsten van denkprocessen veelal hetzelfde zijn.
Fragmentatie
Waar groepsdenken betrekking heeft op het bewust of onbewust ontstaan van gelijksoortige gedachtes binnen een groep, kan ook het tegenovergestelde gebeuren. Groepsleden zwijgen of onderdrukken hun mening door het toedoen van andere, dominantere groepsleden. Ogenschijnlijk lijkt het alsof er consensus bestaat, maar in werkelijkheid is deze er niet. De onopgeloste meningsverschillen en (deel)groepen blijven bestaan. We spreken dan over ‘fragmentatie’.
Bron: Handboek risicomanagement
Door: Urjan Claassen