Arko van Brakel is algemeen directeur van de Baak, het opleidings- en kennisinstituut op het gebied van leiderschap en ondernemerschap en gelieerd
Arko van Brakel is algemeen directeur van de Baak, het opleidings- en kennisinstituut op het gebied van leiderschap en ondernemerschap en gelieerd aan VNO-NCW. Ook heeft hij een aantal bedrijven opgezet in de IT- en opleidingenbranche, schreef boeken en columns voor onder andere het Financieele Dagblad en was co-host bij BNR nieuwsradio. Hij werd al snel een succesvol ondernemer. Juist daardoor kreeg hij al vroeg in zijn carrière te maken met een burn-out. Van Brakel is een van de bekende Nederlanders die boegbeeld zijn van de campagne Check je Werkstress van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Je hebt aan het begin van je carrière een heftige burn-out gehad. Zelf zeg je erover: Het begon ermee dat ik ging voldoen aan het beeld dat andere mensen van me hebben. Welk beeld was dat?
‘Ik ben niet het archetype ondernemer. Maar ik probeerde wel aan dat klassieke beeld te voldoen. En dat werkt dus niet. Ik ben meer inhoudgedreven en strategisch sterk. In de uitwerking, in de operationele kant ben ik minder. Wel zie ik de grote lijnen in mijn hoofd al snel, ik draag dat uit; dat enthousiasme inspireert mensen. Maar het is ook een valkuil, want na het eerste succes ga ik steeds grotere hoogten zoeken. Vroeger deed ik dat nog veel sterker. Ik ging steeds sneller bedrijven oprichten, de contracten werden steeds omvangrijker. De miljoenen vlogen me om de oren.’
Waarom deed je zo, nu erop terugkijkend?
‘Door het succes van het eerste bedrijf kom je in een flow. Ook dacht ik dat de maatschappij een bepaald gedrag van me verwacht. Ik probeerde me te gedragen als een succesvol ondernemer. Maar toen begon ik een opleidingsbedrijf, en dat ontwikkelt zich heel anders dan een internet startup. Mijn stijl van ondernemen was daar niet op aangepast. Dus deed ik iets wat totaal niet paste bij het bedrijf en de mensen die het bedrijf maken. Ik begreep het DNA van het bedrijf niet goed, probeerde harder te groeien dan dit type business aankan. Doordat ik tegelijkertijd nog twee ondernemingen oprichtte samen met mijn compagnons ging ik afwijken van mijn eigen waarden, bleef niet dicht genoeg bij mezelf en probeerde te voldoen aan een beeld waarvan ik dacht dat anderen dat van mij hadden. Daar kreeg ik een burn-out van. Mijn omgeving had het al lang in de gaten, maar zelf kwam ik er als laatste achter.’
Hoe verklaar je dat?
‘Het heeft veel met ego te maken. Ik merkte eerst niet dat het minder ging. Alles ging heel snel, ik had het goed naar mijn zin, ik ging van de ene adrenalinekick naar de volgende. Een burn-out is voor watjes, dacht ik. Ging het eens wat minder, dan dacht ik: met wilskracht kun je alles oplossen. Ik ontdekte toen dat een burn-out niets te maken heeft met aanstellerij. Vooral de perfectionisten die alles goed willen doen, zoals ik, moeten erg oppassen.’
Hoe ben je eruit gekomen?
‘Door erover te praten. Ik heb mensen om me heen gevraagd of ik de juiste dingen doe, of ik de juiste beslissingen neem. Ik heb mensen gezocht van wie ik weet dat ze op bepaalde gebieden beter zijn dan ik. Dat zijn uitdagingen voor mij, daar kan ik wat van leren. Het zijn ook mensen die ik kan vertrouwen op hun eerlijke oordeel, ook al is het ongezouten kritiek, want ik weet dat ze geen persoonlijk belang hebben bij hun advies aan mij. Zo kreeg ik van een persoonlijke vriend het advies om een training te volgen van Tony Robbins (een Amerikaanse coach, spreker en schrijver). Dat heeft me enorm geholpen om te ontdekken wat ik echt belangrijk vind, zo heb ik mijn eigen waarden herontdekt.’
Wat heb je ervan geleerd?
‘Volgens mij is de grootste fout na een burn-out om genoegen te nemen met minder. Je moet het anders gaan doen. Ga uit van wat je wel wilt en kunt, welke footprint kan ik achterlaten. Dat kan van alles zijn: de beste vader ter wereld, alle honger uit de wereld helpen. Elk doel is goed, als het maar uit jou komt en bij jou past. Ik heb geleerd om voldoening te halen uit wat wel kan, wat wel bij je past. En om daar steeds naar te blijven zoeken, zodat het een persoonlijke uitdaging blijft.’
Wat kan je daarvan in je werk kwijt?
‘Ik vind stimulerend ondernemerschap geweldig. Mijn persoonlijke doel is Nederland het meest ondernemende land ter wereld te maken. Dat idee prikkelt me keer op keer. Maar door mijn burn-out heb ik ontdekt dat een bedrijf alleen harmonisch kan groeien, dus in overeenstemming met de mensen die het maken en de omgeving die het bedient. Mijn eigen ideeën horen daar ondergeschikt aan te zijn.’
Wat is jouw beste tip om werkstress te vermijden?
‘Ik denk dat geluk niet het gevolg is van succes, maar succes een gevolg van geluk. Als je op die manier naar de dingen gaat kijken, dan haal je de stress weg en kom je weer in balans. Want dan doe je de dingen die echt bij je passen. En alleen dat hou je echt langer vol, alleen dan ben je echt duurzaam inzetbaar.’
Dat is ongetwijfeld waar, maar ik denk dan toch aan de mensen die nu noodgedwongen onder hun niveau aan de slag moeten. Niet omdat ze daar gelukkig van worden, maar omdat er geen ander werk is.
‘Klopt, dat is inderdaad een lastige situatie. Ik wil ook niet de indruk wekken dat het leven volledig maakbaar is. Maar wat iedereen wel kan blijven doen, is je eigen kans op geluk vergroten door veel te blijven proberen. Zeker als je in een werksituatie zit waar je niet erg gelukkig van wordt. Blijf om je heen kijken. Mensen krijgen vaker spijt van wat ze niet hebben gedaan dan van de zaken die ze geprobeerd hebben. Blijf in beweging, zowel fysiek als geestelijk. Dat is het beste medicijn tegen stress.’
Meer informatie
Er is geen medicijn voor iedereen tegen werkstress. Wat werkt, hangt erg af van iemands persoonlijkheid. Wie dus iets wil of moet doen aan werkstress, voor zichzelf of voor zijn collega’s, moet verschillende invalshoeken kennen. Laat u daarom in een dag bijpraten over de meest gebruikte signalen, oorzaken, interventies, technieken en oplossingsrichtingen op de training Werkdruk de baas, donderdag 30 oktober in Doorn.
Auteur: Ernst Verrijk.