Onlangs verscheen de derde en geheel herziene editie van Leren veranderen, exact twintig jaar nadat Léon de Caluwé en Hans Vermaak het boek voor het eerst uitbrachten. Deel 5 in een serie over dit toonaangevende boek over veranderkunde: in hoeverre is het gedachtengoed van Leren veranderen doorgedrongen in het buitenland?
Onder de titel Learning to change verscheen Leren veranderen in 2003 bij de Amerikaanse uitgeverij SAGE ook in het Engels. Een mijlpaal, herinnerde Léon de Caluwé zich toen hij terugkeek op twintig jaar Leren veranderen. ‘Eigenlijk kun je in de Verenigde Staten nauwelijks aankomen met een Europees boek’, vertelde hij. ‘Amerikanen zijn zelden geïnteresseerd in wat van buiten komt. Maar we liepen toevallig de uitgever van SAGE tegen het lijf, die het wel wilde proberen. Als je de Amerikaanse markt op wil gaan, moet je aan twee dingen voldoen: je werk moet heel goed zijn én je moet vriendjes hebben. Achteraf hebben we wel eens gedacht: waar zijn we aan begonnen? De vertaling heeft ons echt veel tijd én veel hoofdbrekens gekost. Het is natuurlijk een heel talig boek, heel subtiel. Woorden scheppen werkelijkheden: elk kleur heeft zijn eigen lexicon. De begrippen moesten kloppen, want anders werkte het kleurendenken niet meer. Maar het is heel erg de moeite waard geweest. Het heeft de deur geopend naar de rest van de wereld. En nog steeds krijgen we veel reacties (en ook wat royalties) binnen.’
Via de site van Leren veranderen en via zijn eigen site ziet Hans Vermaak hoe het gedachtengoed zich heeft verspreid, al was het maar door waar kleurentests worden ingevuld. Dat varieert van Thailand tot de Verenigde Staten, van Scandinavië tot Frankrijk en van Rusland tot Saoedi-Arabië. ‘Vaak weet ik ook wel hoe dat komt,’ vertelt hij, ‘omdat wij of collegae daar dan lesgegeven hebben en mensen onze publicaties hebben leren kennen en in hun opleidingen of werk hebben opgenomen. Ik heb bijvoorbeeld jarenlang lesgegeven in Kopenhagen en dat zag ik terug in een stevig contingent Scandinaviërs. Leon had een link met een business-school bij Parijs, die het ook in het curriculum opnam. Soms zijn het ook weer andere Nederlanders die aan de basis staan, zoals Jaap Boonstra. Elk jaar weer zie ik in september een piek in het aantal bezoekers uit Barcelona, waar Boonstra hoogleraar bij ESADE is en een nieuw programma begint.’
Postcommunistisch
Zowel Léon de Caluwé als Hans Vermaak is vaak in het buitenland geweest om college te geven of om als adviseur op te treden. Dat leverde soms interessante ontdekkingen op. De veranderkunde als wetenschap is heel internationaal: veranderkundigen lezen elkaars publicaties, komen elkaar regelmatig tegen op congressen en bouwen voort op elkaars werk. Maar de toepassing in de praktijk is een ander ding, ondervond ook De Caluwé. ‘Ik heb met mensen uit uiteenlopende landen gewerkt, van Saoedi-Arabië tot Azerbeidzjan, en het bleek dat het model overal werkte. Dat was wel een positieve ervaring. Maar je merkte wel dat mensen in andere culturen ook een wat ander kleurenspectrum benutten. In een van onze wetenschappelijke artikelen hebben wij bijvoorbeeld beschreven dat geeldrukdenken in de postcommunistische landen veel hoger scoorde, en witdrukdenken veel lager dan in Nederland. Het is vervolgens interessant uit te zoeken waar dat door komt.’
Hans Vermaak, die veel met diplomaten in het buitenland heeft gewerkt, onderschrijft die conclusie. ‘Er zijn natuurlijk culturele verschillen, hoewel het nog best lastig is om zo’n cultuur te typeren zonder in stereotypes te vervallen die niet te vertrouwen zijn. Maar wat ik in landen in Afrika en Azië, maar ook in Engeland en in Scandinavië heb gemerkt, is dat je heel goed over landsgrenzen heen met het kleurenmodel kunt werken. Je komt de gelaagde werkelijkheid overal tegen, dat is echt niet anders. Ik zie in al die omgevingen dat ze van het hele spectrum gebruik maken, maar dat de manier waarop ze een kleur tot leven brengen wel cultureel bepaald is. Neem politieke (gele) processen. Die heb je overal. In Tanzania krijg je veel te maken met gemeenschapsprocessen: eindeloze afstemming en gesprekken om tot consensus te komen.In Nederland beginnen wij met polderen om het eens te worden en gaan we vervolgens ruziën tijdens de uitvoering over alle details. In Amerika is dat precies andersom: daar vergroot je eerst de contrasten en probeer je elkaar daarna te vinden. De ritmes zijn anders, de verschijningsvormen ook, maar de gele werkingsprincipes zijn hetzelfde: het gaat over belangen, over draagvlak, over onderhandelen.’
Control vs. monitoring
De Engelse vertaling is gebaseerd op de eerste editie, die sindsdien in Nederland aanmerkelijk verrijkt en geëvolueerd is. De omvang van de tweede editie was bijvoorbeeld verdubbeld en de laatste editie heeft een hele kennissite eromheen. Maar hoewel de uitgeverij best een nieuwe vertaling zou willen hebben, twijfelt Hans Vermaak of hij die klus opnieuw moet aanpakken. ‘Misschien zou ik het nu handiger aanpakken, door de ervaring die we in 2003 hebben opgedaan. Toen was het echt heel lastig, misschien ook wel omdat de vertalers die we hadden ingeschakeld, nog niet zo vertrouwd waren met het postmodernistisch gedachtengoed. Zodra we de eerste proeven kregen, zagen we dat de vertaling helemaal blauw was geworden. Ze hadden geen gevoel voor de nuances in de vijf stromingen. Een woord als sturing werd in het Engels gewoon control. Terwijl sturing nog ruimte laat voor vijf kleuren, is dat bij control niet echt zo. Daar ging het al fout. We hebben destijds de hele vertaling woord voor woord moeten doorlopen. Je kunt Leren veranderen ook niet letterlijk vertalen, je moet gevoel hebben voor hoe zo’n gekleurde wereld in een andere taal verschijnt. ’
Als de vertaler dat gevoel ontbeert, dan werkt de vertaling niet meer, vervolgt Vermaak. ‘Voor een begrip als sturing moet je in het Engels verschillende woorden gebruiken. Bijsturen in blauwe zin kan dan monitoring worden, en in groene zin heet dat dan reflection. Reflection is de groene vorm van bijsturen. Het is exact hetzelfde principe: ijken, herijken, handelen. Maar in elke kleur ziet het er net anders uit en heb je andere woorden nodig. In geel ga je de stakeholders bevragen, in plaats van meten, zoals de blauwdrukdenkers doen. Al die nuances zorgen ervoor dat een nieuwe vertaling ook weer veel tijd zal vergen. Het zal leerzaam zijn, zonder twijfel, maar arbeidsintensief – want naast het schrijven moet je eigenlijk ook de boer op met zo’n boek. En dan is de vraag: voor wie doe je het? Het gekke is natuurlijk dat er in Nederland nu evenveel gebruikers (of wellicht zelfs meer) zijn dan in alle andere landen bij elkaar. Nederland is maar een klein land. Maar zo wereldberoemd als in Nederland zal Leren veranderen in geen enkel ander land ooit zijn. Het is echt een product van deze bodem en hier ingebed in al die mensen die ermee werken.’
Door: Hans van der Klis