Translink is een schoolvoorbeeld van een digitaal ecosysteem. In de zoektocht naar efficiënter, gebruiksvriendelijker openbaar vervoer is in 2001 Translink ontstaan, waarmee de gehele branche één betaalsysteem deelt. Translink verwerkt inmiddels zo’n 2,6 miljard transacties per jaar via dit gedeelde platform. Dit betaalsysteem is uniek in de wereld, terwijl het ontzettend veel voordelen met zich meebrengt. Wat kunnen andere branches hiervan leren?
Translink staat voor een wezenlijk ander type samenwerking dan wanneer bijvoorbeeld een van de vervoerders een platform zou aanbieden waarop anderen zich konden aansluiten. De reden is dat de balans dan in het voordeel van die platformaanbieder zou slaan, terwijl deze ook concurrent is van de andere vervoerders. Een gezond digitaal ecosysteem houdt het hele samenwerkingsverband in evenwicht, zodat alle betrokken partijen gelijkwaardig kunnen functioneren en concurreren.
Hoe kunnen andere branches leren van dit voorbeeld, zodat ook zij een toekomstbestendig ecosysteem kunnen creëren waar iedereen in kan gedijen?
Zet transparantie voorop
Sinds 2016 is Translink 100% eigendom van de Coöperatie Openbaar Vervoerbedrijven, waarin alle Nederlandse vervoerders (Arriva, Transdev, EBS, GVB, HTM, Keolis, NS, Qbuzz en RET) zijn verenigd. Translink verzorgt álle transacties voor álle vervoerders in Nederland. Dat is een forse verantwoordelijkheid, niet alleen richting de vervoerders, maar ook richting reizigers. Transparantie en nauwkeurigheid zijn daarom cruciaal voor Translink. Daarmee verzekeren ze dat vervoerders dat deel van de inkomsten krijgen waar ze recht op hebben en dat reistegoeden goed worden beheerd.
Streef naar inclusiviteit
Translink is actief in een zeer dynamisch speelveld met uiteenlopende stakeholders, waaronder reizigers, partners, leveranciers, overheden en toezichthouders. Maar ook belangenorganisaties worden niet buitengesloten. Deze inclusiviteit creëert een omgeving waarin alle partijen een stem hebben, wat de ontwikkeling van het hele ecosysteem ten goede komt. Tegelijkertijd blijft Translink wél zelf nadrukkelijk de regie voeren over het technisch complexe systeem en de betrokken leveranciers om de veiligheid en betrouwbaarheid te borgen.
Wat de leveranciers betreft, is nadrukkelijk gekozen voor een samenwerking met meerdere partijen in plaats dat de hele opdracht bij één leverancier is belegd. Het resultaat is een consortium van grote én kleine partijen, van Microsoft tot Solvinity. Deze werkwijze zorgt niet alleen voor betere marktkansen voor voor dienstverleners van verschillende groottes, maar bovendien voor de nodige specialisatie en focus om het centrale klantvraagstuk op te lossen.
Klantgedrevenheid staat centraal
Een digitaal ecosysteem functioneert het beste bij een gezamenlijk klantbeeld, waarbij alle betrokken partijen mede-‘eigenaar’ zijn van het klantenbestand. Dat kan uitdagend zijn, omdat alle partijen onderling afspraken moeten maken die voorbij het eigen bedrijfsbelang kunnen gaan. Maar gezamenlijk klantgedreven opereren biedt aanzienlijke voordelen, waaronder meer klantbehoud en focus, nieuwe manieren om inkomsten te genereren, meer mogelijkheden om gespecialiseerde partners aan te haken, kostendeling én grotere wendbaarheid.
Omarm moderne technologie
Digitale ecosystemen gedijen wanneer gebruik wordt gemaakt van moderne, open technologie. On-premises legacy-systemen kunnen obstakels vormen voor de nodige transparantie en samenwerking, terwijl public cloud-omgevingen hier veel beter in faciliteren. Translink migreerde dan ook (op verantwoorde wijze) deels naar de public cloud.
In de nieuwe hybride multi-cloud-omgeving verloopt betaalverwerking via een public cloud-omgeving vanwege het gebruiksgemak, de flexibiliteit en kostenefficiëntie die met deze technologie kan worden gerealiseerd. Daar is – vrij uniek – door Solvinity ook speciaal een PCI DSS-certificering voor behaald, zodat security en compliance niet in het geding komen. Alle add-ons en andere gevoelige systemen worden daarbij nog steeds in een private cloud beheerd.
Een bijkomend voordeel van de nieuwe opzet is dat Translink niet alleen transparanter kan werken, maar ook de stabiliteit beter kan borgen (omdat het bijvoorbeeld eenvoudiger is in de public cloud om piekbelasting op te vangen).
Faciliteer doorlopende innovatie
Translink staat niet stil en blijft doorontwikkelen –- kenmerkend voor een toekomstbestendig digitaal ecosysteem. Het ontstaan van Translink luidde het tijdperk van de OV-chipkaart in, maar het einde is in zicht: mobiel betalen staat om de hoek. Doordat Translink zich toelegt op het klaarstomen van hun platform voor een nieuwe betaalwijze, kunnen vervoerders zich volop focussen op hun dienstverlening en eigen back-endsystemen.
Het consortium van leveranciers heeft daarin een kritieke, tweeledige rol. Een volledige focus op innovatie zou wellicht kunnen leiden tot snelle ontwikkeling van nieuwe functionaliteiten, maar daarmee zou ook de stabiliteit, security en compliance van het Translink-platform in gevaar komen. Dat kan en mag simpelweg niet als het gaat om het betaalverkeer van alle Nederlandse OV-gebruikers. De rol van de leveranciers is dus om innovatie te faciliteren, maar ook te allen tijde de stabiliteit en veiligheid te borgen, zodat Nederlanders op veilige én gemakkelijke wijze met het OV kunnen reizen.
Wanneer organisaties verder kijken dan het eigen bedrijfsbelang en kortetermijnwinst, worden digitale ecosystemen meer dan het som der delen. Die open en gelijkwaardige mentaliteit is ook absoluut een voorwaarde voor duurzame samenwerking in een wereld waarin niemand meer alle wijsheid zelf in pacht kan hebben. Translink is een mooi voorbeeld van hoe branchepartners en specialistische leveranciers samen komen om één klantgedreven vraagstuk op te lossen: hoe maken we reizen met het OV fijner en efficiënter?
Door ook in andere branches dit soort vraagstukken centraal te zetten en de bovenstaande lessen toe te passen, kunnen organisaties ook daar meer winst behalen – terwijl ze de maatschappij een stuk prettiger maken.
Door: Nancy Roos-Beukers – CCO bij Solvinity