
Lange tijd, waarschijnlijk langer dan ik graag toegeef, was ik verbijsterd over het formaat van kranten. Ik begreep niet waarom ze werden gedrukt op zulke enorme pagina’s. Daardoor waren ze groot, onhandig en moeilijk te lezen. Ik weet niet meer precies wanneer mijn afkeer ontstond, maar mijn goede vriend Henk-Jan Bruil herinnert zich dat we het erover hadden toen we alle twee in Tilburg studeerden. In die tijd dronken we vaak koffie in de kelder van het universiteitsgebouw (en rookte hij er waarschijnlijk een sjekkie of twee bij), bijkomend van een kater na een avondje bij Polly Maggoo of een ander café in de stad. Volgens Bruil begon ik op een dag, toen we de tijd tussen twee colleges aan het doden waren, te klagen over wat een inferieure leeservaring dat omslaan en vouwen van die grote krantenpagina’s toch was als je het vergeleek met tijdschriften.